Column | De nieuwe cao Mbo is rond! Een grote meerderheid van de vakbondsleden en leden van de MBO Raad heeft voor het akkoord gestemd. Bij CNV stemde maar liefst 95% voor. De nieuwe cao loopt tot 1 juli 2024 en betekent voor werknemers een loonstijging van tussen 8,8% en de 12,7%. Voornamelijk de medewerkers in de laagste schalen gaan er flink op vooruit, doordat partijen een nominale loonstijging hebben afgesproken van € 100 bruto. Een mooi resultaat wat mij betreft!
De C van cao staat voor collectief. De nieuwe afspraken gelden dan ook voor iedereen die werkzaam is in de sector. Wat mij betreft is dit een groot goed dat wij in Nederland hebben. Want ook de medewerker die niet altijd goed in de gaten heeft wat zijn rechten of plichten zijn, wordt beschermd door het sluiten van de cao. Daarnaast geeft de cao rechten bovenop de wettelijke kaders. Niet elk individu hoeft dus te onderhandelen over zijn eigen arbeidsvoorwaarden. Toch blijft er een spanningsveld, want er zijn verschillende kanttekeningen te plaatsen bij de cao: de stemming, leden en het vakbondslidmaatschap.
Meeliften
Hoewel alleen leden van de vakbonden stemrecht hebben, liften alle medewerkers mee op de afgesloten cao. Doet dat pijn als vakbondsbestuurder? Jazeker. Je onderhandelt namens je leden, maar iedereen in de sector geniet mee. Waarom zou je dan lid worden van een vakbond? Dat is vaak de vraag van niet-leden. En vakbondsleden hebben vaak de gedachte: ‘Ik betaal het lidmaatschap, maar iedereen profiteert hiervan.’ Gezamenlijkheid is er niet. Solidariteit wel, maar die neemt steeds meer af. Bestaande leden vinden het belangrijk om mee te mogen praten en stemmen over hun eigen arbeidsvoorwaarden. Voor ons als vakbond is het jammer dat de ledenaantallen dalen, want dat is immers ons bestaansrecht.
Verenigingen
Nederland staat bekend om het verenigingsleven. Voetbal, hockey, dansen; wij zijn bereid om overal voor te betalen waaraan we willen meedoen. Dit geldt niet voor het vakbondslidmaatschap. Want die verhoging van de cao krijg je automatisch, lid of geen lid. Als je het lidmaatschap van een voetbalvereniging opzegt, kun je geen gebruik meer maken van het veld en in het weekend geen wedstrijden meer spelen. De meerwaarde van de vakbond wordt niet gezien en misschien ook wel te weinig voor het voetlicht gebracht door ons. De vakbond doet namelijk zoveel meer dan alleen onderhandelen over collectieve arbeidsvoorwaarden. We praten ook mee over de beroepsinhoud, over lesuren, werkdruk, onderwijsregio’s en nog veel meer.
Ommekeer
Ik hoop op een ommekeer bij de jonge medewerkers in de mbo-sector, want de organisatiegraad kan beter. Ik hoop dat iedereen zich verantwoordelijk voelt voor zijn of haar arbeidsvoorwaarden en dat medewerkers in de sector zich organiseren, om sterker te staan als collectief. Als vakbond krijgen wij steeds vaker de vraag van werkgevers: ‘Zijn jullie wel representatief?’ Ja, dat zijn wij, is dan het antwoord. Nog steeds hebben wij namelijk voldoende leden en weten wij door hen wat er speelt op de werkvloer. Maar het kan beter.
Toekomst
Hoe ziet de toekomst er uit? Gaan we naar een mbo-sector toe waar elk individu straks over zijn of haar eigen arbeidsvoorwaarden onderhandelt? Met als gevolg dat de medewerker met meer lef betere arbeidsvoorwaarden heeft, dan de medewerker die wat minder durft? Wat ons betreft zeker niet. Ik ben blij dat wij door het sluiten van een cao alle medewerkers in het mbo behoeden voor het individueel bevechten van elke euro en iedere verlofdag. Zodat wij juist als vakbond zonder schaamte elk jaar opnieuw om bijstelling kunnen vragen, zoals een nominale loonsverhoging voor de lagere en kwetsbare schalen.