‘Een nuchtere balans van het mbo’ gepresenteerd

Onderwijssocioloog Sjoerd Karsten presenteerde gisteren zijn boek De hoofdstroom in de Nederlandse onderwijsdelta. Een nuchtere balans van het mbo. Tijdens de drukbezochte bijeenkomst gingen diverse sprekers in op de toegevoegde waarde van het mbo voor Nederland.

Zo’n veertig procent van de beroepsbevolking heeft een mbo-opleiding gevolgd. Van de jongeren die op dit moment onderwijs volgen, gaan er meer dan een half miljoen naar het mbo. Het mbo is daarmee de hoeksteen van ons onderwijsstelsel. Toch is het beeld dat mensen van het mbo hebben onscherp of onvolledig. Het boek van Sjoerd Karsten brengt hierin verandering. De hoofdstroom in de Nederlandse onderwijsdelta behandelt alle belangrijke thema’s rond het mbo: de voorgeschiedenis van het mbo, de huidige stand van zaken en ook toekomstige ontwikkelingen.

Boekenlijst
De drukbezochte boekpresentatie staat dan ook in het teken van het boek én het mbo. Volgens dagvoorzitter Jeannette Noordijk, CvB-voorzitter van het Koning Willem I College, is het hoog tijd voor een goed boek over het mbo in Nederland. ‘Dat boek is er nu. En dat is iets om heel blij mee te zijn.’ Daarna gaat Noordijk in gesprek met diverse vertegenwoordigers uit het mbo. Als eerste is dat Marjolein Held, voorzitter van de BVMBO (de beroepsvereniging voor mbo-opleiders) en docent verpleegkunde aan het Koning Willem I College. Zij is zeer te spreken over het boek. ‘Het hoort een vaste plek te krijgen op de boekenlijst van de lerarenopleidingen. Het geeft inzicht in het mbo en de betekenis van het mbo voor onze maatschappij.’

Trots
Anke van Bodegom, bestuurslid bij de MBO Raad en voorzitter van het College van Bestuur van het SOMA College, noemt de toegevoegde waarde van het mbo voor Nederland evident. ‘Het is sexy om kritisch te zijn op het mbo. Maar dat is niet terecht. We geven goed onderwijs aan heel verschillende studenten en zorgen ervoor dat het bedrijfsleven beschikt over goed gekwalificeerde arbeidskrachten. Dat is iets om trots op te zijn.’ Inge Vossenaar, directeur mbo bij het ministerie van OCW, onderschrijft die mening. ‘Het mbo is de emancipatiemotor van een groot deel van de samenleving. Je leert er kritisch denken en debatten voeren. Dat zijn waardevolle competenties.’

Geen juichverhaal
Daarna krijgt ook auteur Sjoerd Karsten het woord. Hij vertelt dat het hem is opgevallen dat er relatief weinig onderzoek wordt gedaan naar het mbo. ‘Een groot gemis, want het beroepsonderwijs is enorm belangrijk voor Nederland.’ Zijn boek is echter geen juichverhaal. ‘Het is een afgewogen geheel, waarbij ook de grote dilemma’s van het mbo aan bod komen. Het biedt hopelijk een goede basis om met elkaar een gefundeerde discussie te voeren over waar het heen moet met het beroepsonderwijs.’