COLUMN | Het huidige kabinet lijkt vastbesloten om het onderwijsveld stevig aan te pakken met een golf van bezuinigingen. Vooral het hoger onderwijs wordt hard geraakt: mbo-scholen, hogescholen en universiteiten krijgen allemaal te maken met zware financiële klappen. Maar de gevolgen van deze bezuinigingen reiken verder dan de cijfers op de balans van een begroting. Ze raken de kern van onze samenleving: onze kennis, onze innovatie en de mensen die het fundament vormen van ons onderwijs.
De vrees die ik heb is dat dit kabinet niet stopt bij bezuinigingen op instellingen, maar ook de salarissen in het onderwijs aanpakt. Immers, wat is de snelste slag om nog verder te bezuinigen? Snijden in lonen. De nullijn bij de ambtenaren is al aangekondigd. Medewerkers in het hoger onderwijs hebben nu al te maken met een hoge werkdruk, lage waardering en een salaris dat nauwelijks in verhouding staat tot hun verantwoordelijkheden en de hoge inflatie. Bezuinigingen die meer werkdruk brengen – en een angst voor relatieve loondaling – zullen desastreus zijn voor de motivatie om nog in het onderwijs te werken. Dit alles tegen een achtergrond van een lerarentekort dat al schrikbarend hoog is.
In een tijd waarin we ons moeten voorbereiden op de uitdagingen van de toekomst, zoals de energietransitie, digitalisering en mondiale concurrentie, wordt er bezuinigd op datgene wat onze vooruitgang mogelijk maakt: kennis en innovatie. Wat het kabinet Schoof lijkt te vergeten, is dat onderwijsinvesteringen zich altijd dubbel en dwars terugbetalen. Een goed opgeleide bevolking zorgt voor economische groei, innovatiekracht en sociale cohesie. We kappen de boom, omdat de bladeren te veel schaduw geven, zonder na te denken over de vruchten die de boom in de toekomst zal dragen.
De vraagt blijft of dit kabinet werkelijk begrijpt wat deze bezuinigingen betekenen. Hebben zij door wat er gebeurt als de kwaliteit van het onderwijs daalt? Realiseren ze zich dat docenten, onderzoekers en ondersteunend personeel niet langer de ruggengraat kunnen vormen van een goed functionerend onderwijsstelsel als hun werk wordt ondergewaardeerd? Of zijn de korte termijn besparingen belangrijker dan de langetermijneffecten?
De onderhandelingen voor de cao mbo gaan in december van start met doorloop naar januari en februari. In mijn optiek tijd dat we langetermijnafspraken gaan maken, zodat we in elk geval de mbo-sector stabiliteit bieden op arbeidsvoorwaardenvlak. Laten bonden en werkgevers het goede voorbeeld geven en komen tot een pakket waarbij mensen kiezen om te komen werken in het mbo. En daarna? Laten we met z’n allen ons tegengeluid laten horen tegen dit kabinet dat ons onderwijs kapot bezuinigt. Verenig je door je aan te sluiten bij een vakbond! We gaan ze de komende jaren nodig hebben.