Grip nodig op kwaliteit burgerschapsonderwijs en LOB

Er is niet altijd grip op de kwaliteit van burgerschapsonderwijs en loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) in de mbo-scholen. Ook de beoordeling van studenten is soms een uitdaging. Dat blijkt uit een onderzoek van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) dat gisteren, vergezeld door een brief van minister Bussemaker, aan de Tweede Kamer werd aangeboden.

In het mbo worden LOB en burgerschapsonderwijs heel verschillend ingevuld. Daarbij ontbreekt het docenten en beleidsmedewerkers veelal aan handvatten en heldere kaders. Er bestaat geen eenduidigheid over wat ‘goed’ burgerschap is en wat een ‘goede’ LOB inhoudt. Een conclusie die duidelijk naar voren komt in het rapport LOB en burgerschapsonderwijs in het mbo en in de Kamerbrief van minister Bussemaker onderstreept wordt.

Verschillend
Dat mbo-scholen LOB en burgerschapsonderwijs op eigen wijze invullen is volgens Sanne Elfering, een van de onderzoekers ‘te verwachten’. ‘Het moet ook mogelijk blijven, omdat de studenten en de mbo-instellingen zo verschillend zijn’, stelt ze in een persbericht van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO), dat het onderzoek subsidieerde. ‘Toch is er behoefte aan houvast: wat is “goed” LOB en wat is “goed” burgerschapsonderwijs? Moet burgerschapsonderwijs bijvoorbeeld waarden overdragen en studenten leren een “goede” burger te zijn? En wanneer ben je dat dan? Of gaat het juist meer om het overdragen van kennis over burgerschap en samenleving? En ligt bij LOB het accent op motivatie en reflectievaardigheden of (ook) op de oriëntatie op de arbeidsmarkt? Moet burgerschapsonderwijs beroepsgericht of beroepsonafhankelijk worden ingevuld? Daarover is geen eenduidigheid.’

Kwalificatie
Elke student heeft op beide gebieden een inspanningsverplichting, dat is een wettelijke eis. Mbo-instellingen controleren wel of de studenten aan deze inspanningsverplichting hebben voldaan. Maar niet overal wordt ook naar de kwaliteit van deze inspanning gekeken. Beleidsmedewerkers en docenten geven aan dat de kwalificatie-eisen voor LOB en burgerschap onvoldoende richting en duidelijkheid geven. Onduidelijk is daarom wat er van hen wordt verwacht. Zo zijn de kwalificatie-eisen bij LOB erg algemeen geformuleerd. Bij burgerschapsonderwijs zijn er te veel onderwerpen waarvan niet duidelijk is welke prioriteit hebben.
En hoe beoordeel je de inspanningen die de student heeft geleverd? Het gaat immers om persoonlijke ontwikkeling en identiteitsvorming, waarbij de ontwikkelingsbehoeftes en capaciteiten per student verschillen. De onderzoekers pleiten in hun rapport voor een ‘breed gedragen gemeenschappelijke visie op LOB en burgerschapsonderwijs en wat deze beogen’, door de politiek en de mbo-instellingen zelf. Zo’n visie zou er ook moeten komen op de kwaliteit van LOB en burgerschapsonderwijs, en hoe deze te beoordelen.

Professionalisering
Docenten zijn niet vanzelf bekwaam om burgerschapsonderwijs en LOB te verzorgen omdat deze om andere competenties vragen dan gebruikelijk in het onderwijs. Wat betreft de professionalisering van docenten wordt bij LOB al een flinke slag gemaakt. Docenten en studieloopbaanbegeleiders volgen trainingen en cursussen op het gebied van reflectiegesprekken voeren en coaching. Burgerschapsonderwijs wordt meestal gegeven door docenten die ook een ander vak geven. De behoefte aan professionalisering en hoe deze het beste kan worden ingevuld, is nog erg onduidelijk. Kennisdeling in netwerken van docenten zou die professionalisering volgens de onderzoekers wel kunnen bevorderen. ‘Goede loopbaanoriëntatie en –begeleiding, en burgerschapseducatie vragen om andere vaardigheden. Dat impliceert een cultuurverandering en die heeft tijd nodig’, zegt Elfering. ‘Er gebeurt al heel veel, maar het gaat niet van vandaag op morgen. Geef mbo-instellingen daarom de tijd.’

Motie Tweede Kamer
Burgerschapsonderwijs staat sterk in de belangstelling. Zeker na de aanslagen in Brussel en Parijs die tot maatschappelijke tegenstellingen en soms heftige reacties bij studenten hebben geleid. Eind 2016 dienden de PvdA en het CDA een motie in om maatschappijleer, net als in het voortgezet onderwijs, in het mbo te verplichten. Een jaar eerder kwam Michel Rog van het CDA al met een motie om burgerschapsonderwijs in het mbo minder vrijblijvend te laten zijn. (bron: NRO)

Bekijk hier het volledige rapport .

Aanvullende leestip: het onderzoeksrapport Onderwijs in burgerschap: wat scholen kunnen doen