Het ‘huiskamergevoel’ van Jordy van Schijndel

Vorige week won Jordy van Schijndel, rekendocent bij Helicon, de prijs voor zijn rekenidee. Onze speciale verslaggever Lesly Kitioku (studente van ROC de Leijgraaf), interviewde hem voor mbo-today.

Waarom ben je rekendocent geworden?
‘Dat is enkele jaren geleden per toeval zo gelopen. Op de Helicon-vestiging in Boxtel, waar ik stage liep voor de lerarenopleiding, heb ik rekenen gegeven aan niveau 2 van de opleiding Tuin, Park & Landschap. Ik vond het geweldig om met deze groep te werken en de praktijk toe te passen binnen het vak. Nu, vijf jaar later, geef ik het vak nog steeds.’

Heb je altijd al rekendocent willen worden?
‘Nee, mijn voorkeur ging uit naar economie. Rekenen is op mijn pad gekomen. Na verloop van tijd heb ik meer uren en taken rondom rekenen gekregen.’

Wat vind je zo leuk aan rekenen?
‘De diversiteit van de onderwerpen en het kunnen koppelen en toepassen van bepaalde onderwerpen aan de opleiding en de beroepspraktijk van studenten.’

Wat vind je zo leuk aan lesgeven in het mbo?
‘Met het rekenen kun je inspelen op de keuze voor de opleiding van de studenten. Studenten kun je op deze manier vaardigheden leren die zij later in hun dagelijkse beroep moeten kunnen uitvoeren. Je kunt er in het mbo echt betekenis geven aan.’

Heb je tips voor studenten en collega-docenten?
‘Als ik voor de klas sta vind ik het belangrijk dat ik mezelf ben en mij niet laat beïnvloeden door collega’s. Mijn tip is dus: ga staan voor je vak en wie je bent! Geloof in jezelf, heb een duidelijke visie en stel doelen. Daarnaast moet je je niet blindstaren op de resultaten. Ook het proces speelt hierbij een belangrijke rol. Maar het gaat vóóral om de studenten in het lokaal; die willen gezien en gehoord worden. Wat willen de studenten nu eigenlijk? Waar hebben zij baat bij? Structuur en duidelijkheid zijn belangrijk. Verder is stimuleren, motiveren en uitdagen van groot belang. Ga in dialoog met de studenten en creëer een veilig leer- en werkklimaat. Je zult merken dat de resultaten dan vanzelf komen. En, last but not least: vergeet humor niet.’

Zie je jezelf over vijf jaar nog steeds lesgeven?
‘Nee, ik denk dat ik dan een andere functie bekleed binnen het onderwijs. Management en kwaliteitsbeheer spreken mij aan. Dit wil ik graag gaan ervaren.’

Ben je zenuwachtig om de presentatie in Dublin te gaan geven?
‘Op dit moment heb ik nergens last van. Wanneer het zover is zal er zeker gezonde spanning aanwezig zijn. Gelukkig duurt het nog even voordat ik de presentatie moet verzorgen.’

Kun je goed Engels ?
‘Nee, voor geen meter! Laat ik het erop houden dat ik Engels op mijn middelbare school niet zo interessant vond.’

Hoe ga je je voorbereiden op de presentatie in Dublin ?
‘Vanuit BVMBO word ik begeleid door twee rekenexperts. Samen met hen maak ik een poster over het rekenidee. Daarnaast zal ik voor mezelf nog het een en ander op papier zetten en mijn collega van Engels raadplegen.’

Had je verwacht dat je het beste rekenidee van het mbo zou hebben ?
‘Eigenlijk niet. Ik wist wel dat ik een leuk idee ontwikkeld had, maar de criteria die door de organisatie opgesteld waren vond ik pittig. Tijdens het schrijven heb ik vaak gedacht: “Moet dit nu echt op deze manier?” Gelukkig heb ik doorgezet. Uiteindelijk heb ik de conceptversie nog een keer goed doorgenomen en toen viel het kwartje. Na wat scherpe aanpassingen ben ik trots op het resultaat.’

Wat waarderen studenten in jou als docent?
‘Studenten waarderen in mij dat ik structuur bied, duidelijk ben, open sta voor vragen, altijd denk in oplossingen, studenten gelijk behandel en zo nu en dan een luisterend oor bied.’

Wat maakt jou anders dan andere docenten ?
‘Tijdens mijn lessen probeer ik een positief en veilig leerklimaat binnen het lokaal te creëren. Dat is bij elke klas anders. Zelf noem ik het “’het huiskamergevoel”. Studenten moeten zich op hun gemak voelen. Alsof je met je gezin in de huiskamer zit. Je zit lekker op je gemak, mag muziek luisteren, er wordt een goed gesprek gevoerd. Daarnaast gelden er regels. Zo ook in het lokaal. Goed gedrag en werkhouding worden net zo gewaardeerd. Zoals ik eerder al zei: er worden ook goede gesprekken gevoerd over actuele onderwerpen en privégesprekken met studenten.’

Wat zijn de leuke kanten van rekendocent zijn en wat zijn de minder leuke kanten ?
‘Het leuke is dat je met de verschillende onderwerpen vele beroepsgerelateerde onderwerpen kunt verwerken in het lesprogramma. De minder leuke kant van het vak is het motiveren en stimuleren van studenten. Er zit altijd wel een lichting tussen die alles maar stom vindt.’

Als je één ding mocht veranderen aan het rekenonderwijs, wat zou het dan zijn ?
‘Dat is een goede zeg….. Even denken. Doe dan maar zo snel mogelijk die rekentoets op orde maken en invoeren. Je moet nu namelijk wel examen doen, maar het telt eigenlijk niet mee. Als ik naar de ontwikkelingen van de studenten kijk op het mbo van niveau 2 t/m 4, de behaalde resultaten erbij haal en alle alternatieve rekentoetsen die er tot nu toe zijn, dan moeten studenten die waardering krijgen die ze verdienen. Vergeet niet: rekenen kunnen ze echt wel! Het gaat erom hoe je er als school en je team mee omgaat en erover praat met je studenten.’

Hoe reageer je als een student het huiswerk niet maakt?
‘Dat is een regel. Ik verwacht dat je je huiswerk maakt. Negeer je de regel dan mag je de toets niet maken. Na één voorbeeld in de klas komt het daarna niet meer voor. Geloof het maar. Maandje volhouden en dan heb je alleen maar plezier.’

Wat is het leukste dat je ooit heb meegemaakt als rekendocent?
‘Elke dag van studenten horen dat ze je geholpen hebt en dat ze wat geleerd hebben. Dit komt op elk niveau voor. Ook studenten met rekenstoornissen een voldoende laten halen is voor mij een overwinning. Daar doe je het voor. En niet te vergeten: de deelname aan dit idee!’

Welk rekenonderwerp vind je het meest interessant?
‘Breuken, dit blijft naar mijn idee een uitdagend onderwerp om aan de studenten over te brengen.’