Het nieuwe leenstelsel en het mbo

De Eerste Kamer stemde deze week in met het wetsvoorstel van minister Bussemaker voor een nieuw leenstelsel. Wat verandert er voor de mbo-student?

In eerste instantie verandert er voor mbo’ers weinig. Wie echter doorstroomt naar het hbo, krijgt wel te maken met het nieuwe leenstelsel. Deze doorstromers hebben geen recht meer op een basisbeurs en zullen dus in veel gevallen een studieschuld opbouwen. Die schuld hoeven de studenten echter slechts geleidelijk af te betalen. Daarbij wordt bovendien gekeken naar wat de oud-student verdient: van het maandelijkse inkomen dat iemand overhoudt na aftrek van het minimumloon, hoeft hij maximaal 4 procent af te lossen. Daarom wordt gesproken over een ‘sociaal’ leenstelsel.

Minder doorstroom
De Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) verwacht dat de invoering van het leenstelsel van grote invloed is op het percentage mbo-studenten dat doorstroomt naar het hbo. Nu is dat nog circa 50 procent. De verwachting van het Sociaal Cultureel Planbureau is dat een vijfde van de potentiële doorstromers vanwege het leenstelsel niet zal doorstromen. JOB voorziet een hogere jeugdwerkloosheid. Veel studenten zullen noodgedwongen na hun mbo-studie de arbeidsmarkt opgaan, terwijl ze wellicht liever hadden doorgestudeerd. Zeker nu veel mbo-opleidingen van vier jaar naar drie jaar gaan. De toekomst zal leren of dit effect daadwerkelijk optreedt.

OV-kaart
Maar er is ook goed nieuws voor het mbo: vanaf uiterlijk 1 januari 2017 krijgen alle minderjarige mbo’ers een OV-chipkaart!