COLUMN | ‘Op wat voor feestjes kom ik eigenlijk?’, vroeg ik me af toen ik het opinieartikel van Karim Amghar in Trouw van 12 februari 2025 las. ‘Werk je in het mbo? Oeh, dat is pittig!’ krijgt Karim vaak te horen. Eerlijk is eerlijk, ik slaakte een diepe zucht toen ik dit las. Het moge duidelijk zijn: Karim en ik komen niet op dezelfde feestjes. Nou wonen we ook niet bij elkaar in de buurt geloof ik, maar goed.
Wat ik te horen krijg? Vaak wel die opmerking over vakanties, toegegeven. Doe ik niet moeilijk over, ik ga me ook niet verdedigen dat ‘ik wel heel hard moet werken in die vakanties.’ Ben je gek, die vakanties heb ik verdiend, probeer ik zoveel mogelijk vrij te houden en beschouw ik gewoon als een voorrecht en een bonus voor hard werken (ik tik dit overigens in mijn voorjaarsvakantie). Verder ontvang ik veel waardering, krijg ik vaak te horen dat mensen wel eens nadenken over een overstap naar het mbo (als ze serieus zijn maak ik daar ook altijd werk van) en heeft altijd iemand wel een neefje of een nichtje dat ook bij ons op school zit. Ik ervaar juist veel waardering voor het mbo.
Misschien werk ik in een regio waar vakmanschap (m/v) erg gewaardeerd wordt. Maar ik merk dat het calimerocomplex van het mbo mij steeds meer tegen gaat staan. Natuurlijk verdienen onze studenten maatschappelijke waardering, maar misschien kun je het momentum beter pakken door gewoon je stinkende best te doen om goed onderwijs te geven. Je studenten zijn je beste én je slechtste reclame, is mij altijd geleerd. Zorg voor rust in je onderwijs, leg nadruk op goede begeleiding en ga niet op zoek naar 67 ketenpartners om de ambities in de regio en aansluiting op de arbeidsmarkt te verstevigen -ik noem maar een dwarsstraat.
Amghar heeft het zelfs over een aanpassing van de Grondwet om opleidingsdiscriminatie tegen te gaan. Lieve help. Als een opleiding niet meer discriminerend mag zijn, wat is dan het nut van een beroepsopleiding? Bijna iedereen kan een hamer vasthouden, maar het is juist een opleiding Bouwkunde die de professionals van de amateurs onderscheidt. Ik denk dat onze mbo-opleidingen juist méér discriminerende werking moeten hebben. En ja, ik weet hoe Karim Amghar het bedoelt, maar het is slechts een van de hobbels richting een grondwetswijziging. Zullen we die kant maar niet opgaan? Ik moet nog lesgeven.
Dat laatste is al lastig genoeg. Volgens Karim Amghar ben je in het mbo niet alleen vakdocent, maar ook ‘mentor, maatschappelijk werker en soms zelfs ouderfiguur.’ Dat geldt voor vrijwel elke leraar in Nederland, niet alleen in het mbo. Volgens Amghar niet in het hbo of wo, maar dat durf ik niet voor mijn rekening te nemen. Een ding ben ik het wel met Karim Amghar eens: een leraar toont zich ook wel eens langs de lijn op het voetbalveld. Om mijn studenten te zien, maar ook om de complimenten over het mbo aan te horen.
Lees ook: Karim Amghar: ‘Het mbo heeft last van diepe kloof in de samenleving’