In de nieuwe vorm van toezicht die de inspectie vanaf 2017 hanteert staat het realiseren van een kwaliteitscultuur centraal. De meeste scholen zijn enthousiast over de nieuwe aanpak.
In het nieuwe toezicht wil de inspectie meer aansluiten bij het toezicht dat de scholen zelf intern hanteren. Als het eigen kwaliteitsbeleid goed op orde is, kan het toezicht een minder zwaar karakter hebben. De nieuwe aanpak vloeit voort uit de gegroeide basiskwaliteit van de scholen. Het aantal zwakke scholen is de laatste jaren afgenomen. Daarmee kan volgens de inspectie in het toezicht, dat vanouds sterk gericht is op risico’s, meer aandacht komen voor het stimuleren van kwaliteitsverbetering.
De lat omhoog
In de nieuwe aanpak wordt een strikt onderscheid gehanteerd tussen enerzijds de wettelijke eisen die aan scholen gesteld kunnen worden (de basiskwaliteit) en anderzijds het verbeterpotentieel. Ook bij scholen die de basiskwaliteit op orde hebben, kan er immers vaak nog wat verbeterd worden. De inspectie zal in dat geval het schoolbestuur stimuleren een stap verder te komen en de lat nog hoger te leggen. De nieuwe aanpak sluit aan bij de initiatiefwet die de Kamerleden Van Meenen, Rog en Bisschop hebben opgesteld. Die nieuwe wet wordt vanaf 1 juli 2017 van kracht.
Implementatie
Komend schooljaar (2016-2017) gaat de inspectie verder met de implementatie van het nieuwe toezicht. De inspectie voert vanaf half december tot halverwege mei bij zes mbo-scholen een onderzoek uit op basis van het concept-onderzoekskader mbo 2017.Voor deze instellingen organiseert de inspectie aparte informatiebijeenkomsten, waarbij ook de contactinspecteur en de onderzoeksleider aanwezig zullen zijn. De twee instellingen die in de eerste tranche zitten, ontvangen hiervoor binnenkort een uitnodiging.
Lees de rapportage over de pilots met het nieuwe toezicht