‘Je moet als docent weten wat er in je sector speelt’

Merel Brugman (29) is behalve docent Fotografie aan ROC A12 en fotograaf ook een van de drie finalisten bij de verkiezing van Leraar van het Jaar. MBO-Today sprak met haar vlak voor de uitslag.

Had je de nominatie verwacht?
‘Je weet natuurlijk nooit precies waar de jury naar op zoek is. Bovendien kende ik de andere kandidaten niet. Dan is het best moeilijk in te schatten of je de finale haalt. Ik was verbaasd over mijn nominatie, omdat ik pas drie jaar in het onderwijs werk. Tegelijkertijd was ik trots: het voelt als erkenning voor mijn inspanningen.’

Waar heb je jouw nominatie aan te danken?
‘Aan mijn studenten. Tenminste…dat denk ik. Ze hebben mij waarschijnlijk genomineerd vanwege mijn enthousiasme en het persoonlijk contact dat ik met hen heb. Daarnaast ontwikkel ik praktijkopdrachten die niet alleen goed aansluiten bij de beroepspraktijk, maar ook bij de belevingswereld van de studenten. Zo zijn we onlangs bezig geweest met augmented reality. Dit is een techniek die de realiteit en de virtuele wereld met elkaar verbindt, zoals bij Pokémon Go. Die aansluiting heeft vermoedelijk ook een belangrijke rol gespeeld. Als je eenmaal genomineerd bent, moet je vervolgens zelf aan de bak. Je moet bijvoorbeeld een motivatiebrief schrijven en een filmpje maken. Dat laatste was meteen een uitdagende – en vakinhoudelijk heel goed aansluitende – opdracht voor mijn studenten.’

Heb je sinds je genomineerd bent nog iets bijzonders meegemaakt?
‘Vorige week had ik een hele leuke en leerzame jurydag in Utrecht. Met een mediatraining (helemaal nieuw voor mij!), pitches en een interview. Bijzonder zijn ook de vele reacties van vrienden, familie, collega’s en studenten. Soms ook uit onverwachte hoek, zoals van het college van bestuur van ROC A12. Misschien nog wel het leukst was dat mijn docent culturele en kunstzinnige vorming van de middelbare school iets van zich liet horen. Daar ligt toch de basis voor de beroepskeuze die ik gemaakt heb.’

Aan welke eisen zou een mbo-docent van het jaar moeten voldoen?
‘Ik ken het mbo uit ervaring: na de middelbare school ben ik naar ROC A12 gegaan en vervolgens doorgestroomd naar de kunstacademie. Daarbij werk ik ook nog als fotograaf en weet ik welke ontwikkelingen er binnen het onderwijs van belang zijn om up‐to-date te blijven. Dat is ontzettend belangrijk. Je moet weten wat er in jouw sector speelt, zelf een duidelijke toekomstvisie op het mbo hebben en die op een aansprekende manier uitdragen. Je bent een jaar lang het boegbeeld! Dat is een geweldige kans om het mbo onder de aandacht te brengen. Niet in de laatste plaats bij het bedrijfsleven.’

Wat neem je in ieder geval mee van deze verkiezing, ongeacht de uitkomst?
‘Het is natuurlijk al een hele eer als je genomineerd bent. Mocht ik niet winnen, dan blijf ik mij binnen het ROC A12 en Jong A12 inzetten voor de toekomst van het mbo. Deze verkiezing bevestigt dat de door mij ingeslagen weg de juiste is en sterkt mij in mijn overtuiging hiermee door te gaan.’

Mocht je winnen, wat zijn dan jouw speerpunten? Hoe ga je met andere woorden het ambassadeurschap invullen?
‘Mijn speerpunten zijn innovatie, inspiratie en verbinding. Praktijkopdrachten afstemmen op de huidige beroepspraktijk en de actualiteit, de student centraal stellen door persoonlijke aandacht en maatwerk. Ook wil ik mij willen richten op de verbinding tussen opleiding en de beroepspraktijk. Welke vakmensen zijn er over vijf of tien jaar nodig en hoe spelen we daar als onderwijsinstellingen op in? Dat betekent veel netwerken met toonaangevende bedrijven. Het ambassadeurschap opent daarvoor ongetwijfeld allerlei deuren.’

Lees ook het interview met Roxanne van den Boogaard en Lotte Tunnissen.

Foto: Fred Ernst/Onderwijscoöperatie