Kabinet wil coronatoegangsbewijs in mbo kunnen invoeren

Om te voorkomen dat scholen moeten overgaan naar online onderwijs, overweegt het kabinet een coronatoegangsbewijs in te voeren in het mbo en het hoger onderwijs. Instemming van de medezeggenschap is daarvoor niet nodig, als het aan het kabinet ligt.

De wettelijke mogelijkheid om een coronatoegangsbewijs in het mbo in te voeren bestaat al langer. Volgens de Wet publieke gezondheid kan het kabinet via een algemene maatregel van bestuur (amvb) zo’n toegangsbewijs verplicht stellen. Vanwege de slechte besmettingscijfers is zo’n amvb nu in voorbereiding.

Instemmingsrecht

Volgens de wet heeft de ondernemingsraad op dit moment instemmingsrecht ten aanzien van een besluit om een coronatoegangsbewijs verplicht te stellen. Omdat het kabinet dit instemmingsrecht onwenselijk vindt, is nu een wetswijziging in voorbereiding. Na die wetswijziging kan het kabinet zelf besluiten of scholen het toegangsbewijs moeten invoeren. Of deze wetswijziging een meerderheid in de Tweede Kamer krijgt, is zeer de vraag. Indertijd is het instemmingsrecht bij het coronatoegangsbewijs in de wet terecht gekomen door een amendement van D66, GroenLinks en CDA. Deze partijen, waarvan er twee deel uitmaken van de coalitie, zullen niet zonder slag of stoot het instemmingsrecht loslaten.

Overleg

Volgens het wetsvoorstel is het wel raadzaam als school overleg te voeren met het medezeggenschapsorgaan over invoering van het coronatoegangsbewijs. Ook is het kabinet verplicht om voorafgaand aan een besluit om het coronatoegangsbewijs in te voeren te overleggen met vertegenwoordigers van de scholen zoals de MBO Raad. Eerder liet de MBO Raad al weten een coronatoegangsbewijs zeer onwenselijk te vinden. Dat standpunt wordt ondersteund door de vertegenwoordigers van docenten (bvmbo) en studenten (JOB). Maar de MBO Raad laat de deur wel op een kiertje staan: als het echt niet anders kan, zal de belangenorganisatie van mbo-scholen dit accepteren.

De Tweede Kamer behandelt volgende week het wetsvoorstel dat het instemmingsrecht van de medezeggenschap schrapt.