De kwalificatiedossiers bieden scholen voldoende ruimte om tot evenwichtige opleidingen te komen. De zorg van de Tweede Kamer, in het verleden veelvuldig geuit, dat de dossiers voor scholen te sturend zouden zijn wat onderwijsmethode betreft, is onterecht. Dat blijkt uit een evaluatie door het Expertisecentrum Beroepsonderwijs (Ecbo) van de kwalificatiedossiers.
Het onderzoek vond plaats naar aanleiding van zorgen van de Tweede Kamer. Er was met name vrees dat de dossiers scholen te weinig ruimte boden. Zo zou er door de dossiers in mbo-opleidingen te veel aandacht zijn voor zachte competenties (het aspect ‘houding’) en te weinig voor ‘kennis’ en ‘vaardigheden’.
Volgens de onderzoekers, die hun conclusies onder andere baseren op gesprekken met docenten en onderwijsmakers, beschrijven de dossiers slechts leerdoelen en bevatten zij geen voorschriften voor onderwijsmethoden. Het is aan scholen om, in samenspraak met leerbedrijven, de beste onderwijsmethoden te zoeken om de leerdoelen te behalen. De onderzoekers concluderen dat de kwalificatiedossiers gezien kunnen worden als een goed communicatiemiddel tussen scholen en bedrijven: ‘Het is een goed handvat, een bijbel haast, om in gesprek te gaan.’
Het onderzoek van Ecbo dateert van maart 2014, maar is onlangs pas naar de Tweede Kamer gezonden.