Lerarenregister wettelijk verankerd?

In 2017 moeten alle leraren in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs zijn opgenomen in het lerarenregister. Alleen leraren die zich geregistreerd hebben, mogen vanaf dat jaar nog les geven. Een en ander zal worden geregeld in een wet. Het lerarenregister heeft volgens een ‘Hoofdlijnenbrief ’ van staatssecretaris Sander Dekker een cruciale rol bij het streven om de kwaliteit van aankomende en zittende leraren op een hoger niveau te krijgen. Docenten worden geacht permanent aan de ontwikkeling van hun bekwaamheid te werken. Scholen moeten leraren hierbij ondersteunen. Vanaf 2017 zal het lerarenregister een wettelijke status hebben. Alleen leraren die geregistreerd staan, zullen dan nog les mogen geven. Om geregistreerd te blijven, moeten docenten aantonen dat zij voldoende aan professionalisering (opleidingen, cursussen) doen. Professionalisering is volgens staatssecretaris Dekker voor leraren zowel een recht als een plicht.

Bottom up
Het lerarenregister wordt op dit moment beheerd door de Onderwijscoöperatie, het samenwerkingsverband van grote vakorganisaties. Volgens de coöperatie is het register ‘van, voor en door’ de leraar. Het kabinet houdt vast aan deze bottom up benadering, maar wil de komende tijd wel samen met de beroepsgroep, de sectorraden en de vakbonden werken aan een verhoging van het aantal inschrijvingen. Op dit moment is ongeveer 5 procent van de leraren ingeschreven in het register. In 2015 volgt een tussenevaluatie. Als er op dat moment te weinig inschrijvingen zijn, wil het kabinet eventueel extra maatregelen nemen. Volgens de MBO Raad is het in deze fase niet nodig om alle aandacht te richten op kwantiteit; de kwaliteit van het register zou voorlopig voor op moeten staan: ‘Teveel nadruk nu op de kwantitatieve groei van het register kan de kwalitatieve groei op termijn in de weg staan. Om het lerarenregister tot een duurzaam succes te maken, is het belangrijk dat de beroepsgroep, de werkgevers en onderwijsexperts de tijd krijgen het instrument goed te ontwikkelen. Het Nationaal Onderwijsakkoord voorziet in een gefaseerde en realistische invoering van het register. Het mbo wil zich de komende tijd inzetten om vanuit de praktijkonderzoeken het lerarenregister succesvol in te voeren.’

Herregistratie
Volgens de hoofdlijnenbrief bestaat de kern van de werking van het register uit herregistratie. Criteria hiervoor worden opgesteld door de beroepsgroep. Volgens de staatssecretaris moeten werkgevers hier ook bij betrokken moeten worden, omdat zij nu eenmaal verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van het onderwijs. De AOb is het hier niet mee eens. Het register is volgens de AOb van de beroepsgroep zelf. In een brief aan de Tweede Kamer vraagt de AOb om het beheer en onderhoud van het lerarenregister over te laten aan de vrije beroepsgroep van docenten.

De AOb is ook kritisch over de mogelijkheid dat niet-bevoegde leraren in een aspirant-register komen: ‘De beroepsgroep heeft gekozen voor een register waarin alleen docenten zich inschrijven die bevoegd zijn voor het onderwijs waarin ze werken. De AOb vraagt de Kamer deze keuze te respecteren.’