MBO Raad, SBB en UWV werken samen aan ‘leven lang ontwikkelen’

De MBO Raad, SBB en UWV gaan meer samenwerken op het gebied van onderwijs voor werknemers en werkzoekenden. De aanpak moet helpen de tekorten op de arbeidsmarkt aan te pakken.

Volgens Adnan Tekin, voorzitter van de MBO Raad, werken op dit moment al veel mbo-scholen in de regio samen met partners als werkbedrijven en UWV. Nu slaan de drie partners, MBO Raad, UWV en SBB, voor het eerst op landelijk niveau de handen ineen. Het grote doel is om het voor werknemers en werkzoekenden zo makkelijk mogelijk te maken een geschikte opleiding te vinden.

Afstand

De samenwerking richt zich allereerst op het aanbod voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Het mbo kan voor deze doelgroep verschillende opleidingsvormen aanbieden. Naast een bbl-opleiding kan het ook gaan om opleidingstraject dat leidt tot een mbo-certificaat of een praktijkverklaring. Tekin: ‘Er is altijd wel een passende mbo-leerroute te vinden, waardoor je op een laagdrempelige manier onderwijs kunt aanbieden. We willen het voor deze mensen makkelijker maken om een geschikte opleiding te vinden, zodat ze duurzaam aan het werk kunnen blijven.’

Leercultuur

Niet alleen werkzoekenden, maar ook werknemers die willen omscholen moeten makkelijker toegang hebben tot onderwijs. De samenwerkingspartners willen meer duidelijkheid geven over de verschillende leerroutes, zodat mensen de beste route kunnen kiezen. Deze aanpak sluit aan bij de ambitie van de regering om een permanente leercultuur te stimuleren en arbeidsmarkttekorten aan te pakken. ‘Mbo-opleidingen, certificaten en praktijkverklaringen spelen een essentiële rol om de overstap naar tekortberoepen mogelijk te maken’, aldus Tekin.

Agenda

De samenwerking tussen de drie partijen is bekrachtigd door de ondertekening van de ‘Samenwerkingsagenda MBO Raad – SBB – UWV’. De komende tijd gaan mbo-scholen, gemeenten, SBB en UWV aan de slag om leerwerkarrangementen te ontwikkelen. De landelijke organisaties faciliteren de regionale spelers. Het is de bedoeling de samenwerking jaarlijks te evalueren en zo nodig aan te passen.