De MBO Raad verzet zich tegen een wettelijk toelatingsrecht voor jongeren die naar het mbo willen. Studenten zijn meer gebaat bij maatwerk.
Het wetsvoorstel dat minister Bussemaker bij de Tweede Kamer heeft ingediend om de toegankelijkheid van mbo-opleidingen te verbeteren krijgt niet de steun van de scholen. Het wetsvoorstel regelt onder andere een wettelijk toelatingsrecht voor leerlingen alsmede een vervroegde aanmelddatum van 1 april. Hoewel de scholen de bedoeling van het wetsvoorstel begrijpen, zien zij toch vooral beren op de weg. In een brief aan de Tweede Kamer schrijven zij dat het bij het toelaten van aspirant-studenten van belang is dat scholen maatwerk kunnen leveren. De oproep van de MBO Raad is dan ook: ‘Erken en versterk de professionaliteit van docenten, adviseurs en intakers in de scholen’.
Ruimte
Volgens de MBO Raad is het belang van een zorgvuldige intake en persoonlijke begeleiding groot, maar helpt een nieuwe wet niet. Een verplichte vroege aanmelding kan een knellend keurslijf worden. ‘Laat dit oordeel aan scholen, geef ruimte als wetgever in plaats van alles dicht te regelen.’ Ook ten aanzien van het bindend studieadvies maakt de MBO Raad bezwaar tegen een wettelijke verplichting. Studieadviezen zijn goed, maar het is niet nodig om alle studenten op een vast moment de maat te nemen. ‘Juist de jongeren die net wat meer nodig hebben, zullen hiervan de dupe worden’, zo vreest de MBO Raad.
Klachten
De MBO Raad erkent dat er soms dingen misgaan bij de inschrijving van studenten. Zo krijgen niet alle afgewezen studenten een alternatief traject aangeboden. Voor de circa 150 klachten per jaar is echter een goede klachtenregeling een beter middel dan nieuwe wetgeving. De scholen werken met het JOB aan een laagdrempelige, niet-vrijblijvende klachtenprocedure voor jongeren en ouders.
De Tweede Kamer wil het wetsvoorstel over toelating nog voor de zomer behandelen. Voorafgaand wordt nog een gesprek georganiseerd met de MBO Raad, het JOB en de BVMBO.