Studenten die zonder diploma het mbo verlaten hebben vaak recht op een mbo-verklaring. Drie jaar na de invoering blijft het draagvlak voor de mbo-verklaring nog beperkt.
Die conclusie trekt onderzoeksbureau KBA in een recent evaluatierapport. Sinds augustus 2021 zijn scholen verplicht om aan een bepaalde groep studenten die voortijdig de studie verlaten een mbo-verklaring te verstrekken. Dit is volgens de wet verplicht bij jongeren onder de 23 jaar die geen startkwalificatie hebben. Als deze jongeren bepaalde onderdelen van de opleiding hebben behaald, wordt dit opgenomen in de mbo-verklaring.
Draagvlak
Uit het onderzoek blijkt dat alle scholen inmiddels werken met de mbo-verklaring. Toch is het draagvlak nog beperkt. Dit draagvlak is weliswaar in vergelijking met een eerder onderzoek gestegen, maar blijft toch nog steken op 49 procent (centraal niveau) en 40 procent (teamniveau).
Administratief
Administratief hebben de scholen hun zaakjes goed voor elkaar. Veel scholen verstrekken de verklaring aan een bredere groep schoolverlaters dan wettelijk voorgeschreven. Ze proberen de verklaring vaak persoonlijk te overhandigen. Een op de drie scholen verstuurt de verklaring echter standaard per post. Het fenomeen ‘mbo-verklaring’ is goed bekend bij centrale diensten als de examencommissie, maar veel minder bij docenten en studenten. Buiten het mbo is de mbo-verklaring grotendeels onbekend.
Vrijstellingen
Volgens het onderzoek is de mbo-verklaring vooral nuttig voor studenten die een andere mbo-opleiding gaan volgen. Studenten kunnen op basis van de verklaring vrijstellingen krijgen, ook al zij naar een andere mbo-instelling gaan. De helft van de ondervraagde studenten is positief over dit effect van de mbo-verklaring.
Werk
Of de mbo-verklaring ook helpt bij het vinden van werk, achten de onderzoekers twijfelachtig. Van de beleidsmedewerkers van scholen denkt maar 7 procent dat de verklaring meerwaarde heeft op de arbeidsmarkt. Binnen het mbo bestaat de vrees dat de mbo-verklaring te veel civiele waarde krijgt. Scholen willen de focus houden op het volwaardige diploma. De mbo-verklaring zou tot calculerend gedrag van studenten kunnen leiden. Dit zou in strijd zijn met de inzet van scholen om voortijdig schoolverlaten te voorkomen. Desondanks vinden de onderzoekers het verstandig als het ministerie van Onderwijs met werkgevers in gesprek gaat over de meerwaarde van de mbo-verklaring.
Bekijk hier het onderzoek naar de mbo-verklaring (eindrapport 2024)