Het gaat behoorlijk goed met de mbo’ers die doorstromen naar het hbo, ze doen amper onder voor havisten. Vooral de vrouwelijke leerlingen doen het goed. Dat blijkt uit een analyse van het Hoger Onderwijs Persbureau.
Vijf jaar na de start van hun hbo-opleiding hebben evenveel havisten als mbo’ers het hbo-diploma gehaald. Met een percentage van 45% doen mbo’ers niet onder voor jongeren met een havo-diploma. Drie jaar later heeft zo’n 69% van de havisten het hbo-diploma behaald, tegen zo’n 63% van de mbo’ers.
Rooskleurig
Volgens de analyse is het ook maar de vraag of de hoge uitval van mbo’ers in het eerste jaar van de hbo-opleiding zo erg is. De mbo-jongeren hebben immers al een diploma waarmee ze de arbeidsmarkt op kunnen (niveau 4). Bovendien behaalt meer dan 60% van de doorstromers uit het mbo uiteindelijk het hbo-diploma. ‘Moeten we mbo’ers niet gewoon aanmoedigen om de stap naar het hbo te wagen?’, zo wordt gevraagd in de analyse. ‘Nu begint nog geen veertig procent meteen na mbo-4 aan een hbo-opleiding. Zijn dat er niet te weinig, gezien de rooskleurige cijfers?’
Vrouwen
Uit de analyse blijkt klip en klaar dat de hbo-uitval vooral onder mannen speelt. Na vijf jaar heeft bijvoorbeeld 30% van de havo-mannen tegen 50% van de mbo-vrouwen het diploma behaald. Ook allochtonen hebben het moeilijk in het hbo. De mbo-studenten van autochtone afkomst doen het bijvoorbeeld even goed als de vwo-studenten met een migratieachtergrond.