COLUMN | Vorige maand adviseerde het College voor de Rechten van de Mens om opleiding als discriminatiegrond aan de Algemene wet gelijke behandeling toe te voegen. ‘Om een café te bezoeken of een verzekering af te sluiten moet het soort opleiding dat iemand volgt of heeft gevolgd niet uitmaken’, zegt het college zelf erover. Het advies sluit aan bij gelijke waardering van het mbo. Hier is gelukkig steeds meer aandacht voor. Mbo’ers zijn studenten, dus moeten ook zo worden gezien én behandeld.
‘Waarom is het woord mbo-student zo belangrijk?’, vraag je je misschien af. Eerst en vooral omdat taal ertoe doet. Nog steeds worden mbo-studenten vaak leerlingen genoemd. Studenten doen dit zelf ook, omdat ze het gewend zijn. Het lijkt maar een woord, maar dat woord brengt een wereld aan vooroordelen met zich mee. Het verlaagt je tot iets wat je niet bent. Een leerling is volgzaam, doet wat wordt opgedragen. Een student neemt de eigen opleiding en het eigen leerproces zélf in de hand. Het verschil tussen leerling en student wijst op een moeilijk te vereniging tegenstelling. De school verwacht de eigen regie van de student en de volgzaamheid van de leerling. Daarnaast zijn mbo-studenten al sinds 2020 ook daadwerkelijk studenten volgens de wet, net als hbo- en wo-studenten. Het is dus belangrijk om studenten ook zo te noemen en met taal dezelfde waardering te geven.
Het leven van ‘de student van nu’ is ingewikkelder dan dat van ‘de leerling van vroeger’. De studiekosten zijn hoger. Het is vaker nodig dat studenten naast hun studie werken. De opleidingseisen zijn uitgebreider. De mentale gezondheid van jongeren is verslechterd en de prestatiedruk is hoger. Mbo-studenten moeten schaken op veel borden. Als we aangeven waar we last van hebben, bijvoorbeeld die prestatiedruk, worden we niet serieus genomen. Studenten denken vaak zelf ook: ‘ik doe maar een mbo-opleiding, dus ik moet wel negens en tienen halen om serieus genomen te worden’.
‘Laat je niet kisten’, kun je zeggen. Wat maakt het uit wat anderen van je vinden? Het is zeker belangrijk om trots op jezelf en je eigen ontwikkeling te zijn, onafhankelijk van wat de buitenwereld vindt. Maar als jij je niet veilig voelt om te zijn wie je bent, is het lastig om je te ontwikkelen. Vaak denken mensen dat mbo-studenten minder gemotiveerd zijn dan hbo- of wo-collega’s om zich te ontwikkelen. En dat ze minder willen meedenken over hun opleiding. Mbo’ers willen ook gehoord worden, geef ze daarvoor handvatten en luister naar hen. Ook op de websites van scholen moet duidelijker zijn waar studenten aan toe zijn en waar ze recht op hebben. Als je niet weet wat je rechten zijn, kun je daar ook niet voor opkomen.
Naast gevoelde ongelijkwaardigheid is er ook feitelijke ongelijkwaardigheid, tussen mbo’ers aan de ene kant en hbo’ers/wo’ers aan de andere kant. Die feitelijke ongelijkwaardigheid is zo mogelijk nog erger. Hbo- en wo-studenten die thuis wonen krijgen bijvoorbeeld een hogere studiebeurs dan mbo-studenten. Nergens staat concreet waarom dat is. Daarnaast krijgen mbo’ers vaak een lagere of zelfs helemaal geen stagevergoeding. Ook op de woningmarkt vindt discriminatie op basis van opleiding plaats. Mbo’ers krijgen minder makkelijk een studentenkamer, door hospiteren of doordat ze zich niet kunnen inschrijven bij studentenhuisvestingorganisaties. Los daarvan wordt gedacht dat zij vaker in eigen stad gaan studeren, wat zeker niet altijd zo is. Mbo’ers kiezen er net zo goed voor om verder weg te studeren. Al is het maar omdat de opleiding die ze willen doen, niet in de buurt te vinden is, iets wat ook steeds vaker zo is.
Aandacht voor discriminatie op basis van opleiding is nodig voor meer gelijkwaardigheid. Het zou een terechte erkenning zijn dat de situatie van mbo-studenten op veel vlakken onterecht niet gelijkwaardig is aan die van hbo- of wo-studenten. Ik ben daarom blij met de uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens. Maar de wet veranderen is lastig en duurt lang. Ik ben realistisch, dat lukt waarschijnlijk niet binnen een jaar. Ik ga me dit jaar hoe dan ook keihard inzetten voor een gelijkwaardige behandeling van mbo-studenten. Want of het nu in een wet staat of niet: het is nodig en rechtvaardig dat mbo-studenten een gelijkwaardige behandeling krijgen. Daar hoort een gelijkwaardige stagevergoeding, een gelijkwaardige studiebeurs en gelijkwaardige inspraak in hun opleiding bij. Steeds vaker wordt er óver mbo-studenten gesproken, dat is fijn. Maar er wordt nog steeds veel te weinig mét mbo-studenten gesproken. Ik geef dan ook graag mee: ongeacht je opleiding of achtergrond blijf nieuwsgierig naar elkaar. Maakt niet uit welke tak en welk vak: blijf in gesprek, blijf luisteren.
Kayleigh El Chab zit in het derde en laatste jaar van haar studie Legal, Insurance & HR Services Specialist aan het ROC van Flevoland, locatie Almere Poort. Ze is dit studiejaar voorzitter van JOB MBO.