Mbo-scholen zijn over het algemeen financieel gezond. Dat blijkt uit de definitieve cijfers over 2014 die de MBO Raad vandaag presenteert in de tweede Kamer. ROC Leiden en Landstede vormen de uitzondering op de regel.
Zoals reeds in november gemeld, staan de meeste mbo-scholen er financieel goed voor. De benchmarkbouwsteen die vandaag gepresenteerd wordt is gebaseerd op een analyse van de jaarcijfers over 2014. PWC onderzocht hiervoor 62 mbo-instellingen. De scholen scoren gemiddeld een klein positief resultaat (1,1 procent). Verder hebben de scholen minder uitgegeven aan huisvesting en zijn de kosten voor ICT ongeveer gelijk gebleven (5,3 procent tegenover 5,6 procent in 2013). Ook positief: er is meer geld gestoken in de primaire processen in het onderwijs (onderwijzend en direct onderwijsondersteunend personeel) en minder in management en indirect ondersteunend personeel: de kosten voor de eerste groep steeg met 2,1 procent, terwijl de kosten voor de tweede groep met 2 procent omlaag zijn gebracht.
Duurzaam gezond
MBO Raad-voorzitter Jan van Zijl zegt blij te zijn met de uitkomsten van de benchmark. ‘Veel mensen vragen zich af of we beducht moeten zijn voor meer drama’s als bij ROC Leiden. We kunnen voorzichtig concluderen dat dat niet zo is. Buiten Leiden zie ik nergens code rood.’ Ruim de helft van de scholen is al minstens drie jaar financieel gezond: ze scoorden minimaal drie jaar achter elkaar een voldoende op rentabiliteit, solvabiliteit en liquiditeit. Vooral vakscholen en kleinere instellingen laten een duurzaam financieel gezonde situatie zien. Twintig scholen scoren een onvoldoende op één van drie genoemde indicatoren. Volgens Van Zijl geen reden tot paniek. ‘Staat een school met een beroerde solvabiliteit voor een noodzakelijke grote investering, dan is er een probleem. Maar heeft een school net alle investeringen achter de rug, dan hoeft er niets aan de hand te zijn.’
Verliesgevend
ROC Leiden en Landstede Groep in Zwolle vormen een uitzondering. Zowel als het gaat om de rentabiliteit, de solvabiliteit als de liquiditeit, verkeren deze scholen in de gevarenzone. Vorig jaar nog moest minister Bussemaker ROC Leiden met veertig miljoen euro redden, omdat het ROC in de problemen was gekomen na de bouw van twee nieuwe panden. Landstede , sinds 2011 onder verscherpt financieel toezicht van de Onderwijsinspectie, heeft commerciële nevenactiviteiten moeten staken, omdat deze verliesgevend waren. De school was commercieel betrokken bij onder meer kinderopvang, wereldwinkels en sociaal cultureel werk. Landstede is een volledig ander verhaal dan ROC Leiden, vertelt Van Zijl. ‘Landstede heeft verliezen afgeboekt, wat de matige solvabiliteit verklaart. Ze hoeven geen grote investeringen te doen, maar ze zullen nog wel scherp aan de wind moeten zeilen.’ Landstede had over 2014 een tekort van € 3 miljoen. In 2011 was dit tekort nog € 7 miljoen. Vooruitlopend op de cijfers van 2015, die in april verschijnen, laat de woordvoerder van Landstede weten dat de rentabiliteit en solvabiliteit sterk zijn verbeterd ten opzichte van 2014.
Uitdagingen
‘De analyses van de financiële prestaties laten zien dat de scholen de opdracht serieus hebben genomen om zich voor te bereiden op moeilijkere jaren’, meldt de MBO Raad op haar website. ‘De komende jaren zullen overheidsmaatregelen leiden tot dalende inkomsten. De uitdagingen waarvoor de scholen staan, blijven echter onverminderd groot. De invoering van de acties uit het plan Focus op Vakmanschap is in volle gang.’
Meer weten? Lees het volledige rapport.