Memoires Bussemaker: de terugkeer van de gelijke kansen

Jet Bussemaker, minister van Onderwijs van 2012 tot 2017, blikt in een openhartig boek terug op haar politieke carrière. In het mbo vond rond 2015 een ‘stille revolutie’ plaats.

In haar boek ‘Ministerie van Verbeelding’ gaat Bussemaker in op de twintig jaar dat zij in en rond de Haagse kaasstolp actief was. In die tijd was ze lid van de Tweede Kamer (1998-2007), staatssecretaris van VWS (2007-2010) en minister van Onderwijs (2012-2017). In die laatste functie wilde ze naast cultuur en hoger onderwijs per se ook de verantwoordelijkheid voor het mbo, omdat ze ‘met alle lagen van de samenleving in aanraking wilde komen’.

Stille revolutie

In haar periode als minister van Onderwijs vindt er volgens Bussemaker ‘een stille revolutie’ plaats in het mbo. Belangrijk is dat het kabinet-Rutte II (2012-2017), dat grote bezuinigingen doorvoert op vrijwel alle beleidsterreinen, het onderwijs als een van de weinige beleidsterreinen buiten schot houdt. Bussemaker krijgt zo de kans om verder te gaan met het werk van haar voorgangster, Marja van Bijsterveldt. De mbo-opleidingen worden korter, uitdagender en wendbaarder gemaakt. Ook wordt het toelatingsrecht in het mbo geïntroduceerd en krijgen mbo-studenten recht op een OV-jaarkaart. Een groot succes wordt geboekt met het terugdringen van de schooluitval.

Hogerop

Als minister vindt Bussemaker het belangrijk dat de eigenstandige positie van het mbo meer uit de verf komt. Het mbo is niet iets tussen het vmbo en het hbo, maar een volwassen vorm van onderwijs die verantwoordelijk is voor de scholing van cruciale vakmensen. Volgens Bussemaker wordt er in het Nederlandse onderwijs te veel nadruk gelegd op cognitieve prestaties. Zo kan de gedachte ontstaan dat je beter een mislukte advocaat kunt zijn dan een geslaagde elektricien. Ten onrechte maken in Nederland academisch geschoolden de dienst uit. Openhartig vertelt Bussemaker over een interview in 2015 waarin ze aangeeft het jammer te vinden dat ‘iedereen alleen maar hogerop wil’. Waar deze uitspraak is bedoeld als een steun in de rug voor praktisch geschoolden, krijgt Bussemaker de kritiek jongeren geen sociale stijging te gunnen.

Gelijke kansen

Veel aandacht besteedt Bussemaker aan het thema ‘gelijke kansen’. In 2016 blijkt uit een rapport van de Onderwijsinspectie dat in Nederland de kloof tussen kansrijken en kansarmen onoverbrugbaar groot dreigt te worden. In een samenleving waarin verdienste je maatschappelijke positie bepaalt (een meritocratie) komen kinderen uit kansarme gezinnen op een onoverbrugbare achterstand te staan. Een geschrokken Bussemaker wil het liefst direct ‘groot alarm’ slaan, maar vindt een behoudende Sander Dekker, als staatssecretaris verantwoordelijk voor het basis en voortgezet onderwijs, op haar weg. In oktober 2016 richt Bussemaker nog een Gelijke Kansen Alliantie op, maar er resteert te weinig tijd om hier nog een succes van te maken.

Stapjes

De balans opmakend trekt Bussemaker de conclusie dat onderwijs in Nederland te veel tot een individueel consumptiegoed is geworden. Wat Bussemaker betreft gaat in de toekomst meer aandacht uit naar de maatschappelijke opdracht van scholen: het bieden van kansen aan alle kinderen. In haar jaren als minister heeft zij kleine stapjes in de goede richting gezet, haar opvolgers moeten hiermee verder gaan. Ministerie van Verbeelding is een must voor iedereen die betrokken is bij het overheidsbeleid op het gebied van middelbaar beroepsonderwijs.

Jet Bussemaker, Ministerie van Verbeelding. Idealen en de politiek praktijk, kan als paperback of ebook besteld worden bij Uitgeverij Balans .

Lees ook: Kabinet wil een ‘Gelijke Kansen Alliantie’