Met het mbo op weg naar nieuwe economische groei

De afgelopen zestig jaar heeft onze welvaart een enorme sprong gemaakt, met name dankzij toegenomen arbeidsproductiviteit. Maar nu deze groei stagneert, moeten we nadenken over andere manieren om onze welvaart te vergroten. Kansen volop voor het mbo, stelt Frank Kalshoven.

Wetenschapper, journalist en oprichter van denktank ‘De Argumentenfabriek’ Frank Kalshoven vertelt in zijn in 2013 uitgebrachte boek ‘Groeiland’ over de mogelijke scenario’s voor Nederland om welvaartsgroei te realiseren: Nederland kan zich ontwikkelen als innovatieland, krimpland, groeiland of werkland. ‘Voor zowel het innovatie- als het groeilandscenario is het nodig de kwaliteit van de beroepsbevolking te laten stijgen. De vraag is hoe we dat kunnen doen.’

Werken en leren
Volgens Kalshoven zit de oplossing in het kritisch nadenken over de inrichting van het mensenleven . ‘Nu is het grofweg zo dat we achttien jaar onderwijs volgen, veertig jaar werken en achttien jaar pensioen genieten. Dat middenstuk van werken zou kunnen worden opgerekt en een periode van werken, leren en rusten kunnen worden. Kortom: een periode waarin werken wordt afgewisseld met terug gaan naar school om je kennis bij te spijkeren.’

Bijdragen aan bloei
Nu nog is post-initieel onderwijs vooral voorbehouden aan jonge, hoogopgeleide werknemers, constateert Kalshoven. ‘Niemand investeert in een 45-jarige, werkloze lasser. Dat moet anders. Bij- en nascholing moet voor iedereen beschikbaar zijn.’ Hierin ziet Kalshoven voor het mbo grote kansen. ‘En wel om drie redenen: mbo-niveau 3 wordt “de facto” de nieuwe startkwalificatie. Daarnaast moeten meer leerlingen soepeler doorstromen naar het hbo en daar slagen. Verder moeten oud-leerlingen alumni worden die periodiek terugkomen voor nascholing in hun beroep. Hier ligt een megaklus voor het mbo: een bloeiende praktijk ontwikkelen voor post-initieel onderwijs om zo bij te dragen een nieuwe economische bloeiperiode.’