Onderwijsraad wil mavo terug

De huidige vier vmbo-leerwegen moeten tot twee opleidingen geclusterd worden: een vakmanschapsopleiding en een mavo. Daarvoor pleit de Onderwijsraad in het advies Herkenbaar vmbo met sterk vakmanschap.

Het vmbo kampt met afnemende leerlingenaantallen in de basis- en beroepsgerichte leerwegen, een onoverzichtelijk aanbod en een negatief imago. De versnippering in het onderwijsaanbod zet de organiseerbaarheid van het onderwijs onder druk. Voor veel ouders en leerlingen zijn de kader en beroepsgerichte leerwegen geen aantrekkelijke keuze, zo concludeert de Onderwijsraad in het op verzoek van de Tweede Kamer geschreven advies Herkenbaar vmbo met sterk vakmanschap. De raad pleit voor een structurele oplossing: de huidige vier leerwegen worden geclusterd tot twee opleidingen, te weten ‘vakmanschap’ en ‘mavo’.

Vakmanschap
Binnen de opleiding die ontstaat uit de clustering van basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen, kan vakmanschap geprofileerd worden. Bij het vormgeven van deze opleiding kan het concept van de vakcolleges als inspiratiebron dienen, zo meent de raad. De vakcolleges hebben een positief imago en zijn populair onder jongeren. Deze opleidingen kenmerken zich door beroepsgerichte vakken vanaf het eerste leerjaar en integratie van praktijkleren in de algemene vakken. Ook adviseert de Onderwijsraad op termijn leer-werktrajecten voor vakmensen te ontwikkelen – als vervolg op het mbo – die opleiden tot ‘meester in vakmanschap’. Een grotere herkenbaarheid, een versterking van de structuur en verbetering van de aansluiting met vervolgonderwijs bieden ook zorgleerlingen meer houvast. Vakmanschap als (h)erkend beroep in de maatschappij geeft bovendien deze jongeren een duwtje in de rug en biedt een beter perspectief op de arbeidsmarkt.

Mavo
De tweede voorgestelde opleiding ontstaat door de gemengde en theoretische leerwegen te clusteren. De raad stelt voor beroepsgerichte vakken op te nemen in het curriculum van deze opleiding. Door het ontbreken van beroepsgerichte vakken in de huidige theoretische leerweg van het vmbo (mavo), kunnen veel leerlingen zich immers onvoldoende voorbereiden op de overstap naar het mbo. Maar liefst 80 procent van de leerlingen in het vmbo maakt deze overstap. Ook herhaalt de raad zijn eerdere pleidooi voor het versterken van de loopbaanoriëntatie en -begeleiding. De overstap van mavo naar mbo verloopt soepeler wanneer de vakinhoud en vakdidactiek (bijvoorbeeld bij Nederlands en wiskunde) meer op elkaar is afgestemd en leerlingen beter worden voorbereid op de manier waarop de lesstof wordt aangeboden en toegepast.

Vmbo op de schop
Herontwerp van het vmbo staat de laatste tijd hoog op de agenda. Het enkele weken geleden gelanceerde manifest ‘MBO2025‘ (waarin de MBO Raad een beeld van het mbo-onderwijs schetst zoals dat er over tien jaar uit moet zien) pleit voor een integratie van vmbo-t en havo tot ‘voorbereidend beroepsonderwijs’, om zo vroegselectie tegen te gaan. En eerder deze maand ontvingen de leden van de Tweede Kamer een ontwerpbesluit dat de uitbreiding van de vakmanschapsroute en beroepsroute mogelijk maakt. Vanaf 2016 kunnen vmbo- en mbo-scholen samen extra doorlopende leerlijnen aanbieden, waarbij er een Vakmanschaproute en een Beroepsroute is.

Het volledige advies van de Onderwijsraad is hier te lezen.