Een afgeronde bbl-opleiding in de techniek of de zorg zorgt voor een ijzersterke positie op de arbeidsmarkt. Deze mbo-opgeleide vakmensen hebben zelfs een betere startpositie dan universitair opgeleiden.
Dat blijkt uit onderzoek van Elsevier Weekblad (EW) en SEO Economisch Onderzoek. Bij het jaarlijkse onderzoek ‘Studie & werk’ heeft EW dit jaar voor het eerst ook gekeken naar mbo-studies. De opvallende uitkomst is dat bbl-opleidingen tot de beste startpositie op de arbeidsmarkt leiden. Wie een bbl-opleiding in de techniek of de zorg heeft afgerond, kan vrijwel onmiddellijk rekenen op een vaste baan. Omdat bbl-studenten al een arbeidscontract hebben met een werkgever, is een vaste baan dichtbij.
Twee indicatoren
Bij het onderzoek kijkt EW zowel naar de startpositie van afgestudeerden als naar het salaris dat zij verdienen. De startpositie wordt afgeleid uit twee indicatoren: hoe snel vinden afgestudeerden een baan en hoe snel krijgen zij een vast contract? Wat startpositie betreft scoren de bbl-opleidingen, ook op de niveaus 2 en 3, zeer goed. Als het gaat om salaris scoren met name de techniekopleidingen bovengemiddeld goed.
BOL
Uit het onderzoek blijkt ook dat de reguliere voltijds mbo-opleidingen (de bol-opleidingen) veel minder goed scoren. Met uitzondering van kraptesectoren als de zorg scoren deze mbo-opleidingen zowel op het gebied van startpositie als dat van salaris minder goed dan de hbo- of universitaire studies. Opvallend is dat veel groene mbo-opleidingen slecht scoren.
Aanbod
Tijdens het symposium waar EW het onderzoek presenteerde stond de vraag centraal in hoeverre scholen hun aanbod aan opleidingen moeten aanpassen aan de vraag op de arbeidsmarkt. Moeten studenten primair de kans krijgen zich persoonlijk te ontplooien of moet juist de vraag op de arbeidsmarkt centraal staan? Adnan Tekin, voorman van de MBO Raad, houdt zich op de vlakte. Volgens hem hebben mbo-scholen een drievoudige opdracht: opleiden voor een vak, een vervolgopleiding en burgerschap.
Arbeidsmarkt
Marc Salomon van de Amsterdam Business School kiest wel: de vraag van de arbeidsmarkt moet centraal staan. Doekle Terpstra van Techniek Nederland sluit zich hierbij aan. Volgens Terpstra is er over de volle breedte van de arbeidsmarkt sprake van personeelskrapte, maar is het ene tekort het andere niet. Wat hem betreft zouden scholen bijvoorbeeld minder horeca-opleidingen moeten aanbieden en meer opleidingen in de zorg. Ook zouden scholen via prikkels studenten naar kraptesectoren moeten leiden. Volgens Geert ten Dam van de Universiteit van Amsterdam is het belangrijk dat mbo-scholen bredere opleidingen gaan aanbieden. In de loop van de studie kunnen studenten dan gestimuleerd worden een sector met grote tekorten te kiezen.
Lees hier meer over het onderzoek
Lees ook de column van Rob Neutelings: Kans op werk? Kansrijk opleiden? Begrippen uit het verleden!
Afbeelding: EW