Rekenkamer twijfelt aan aanpak kansenongelijkheid

Het tegengaan van kansenongelijkheid is al langere tijd een van de speerpunten van het beleid van het ministerie van Onderwijs. Maar of het beleid effect heeft, is volgens de Algemene Rekenkamer allerminst duidelijk.

In 2016 luidde de Onderwijsinspectie de noodklok: mbo-studenten uit gezinnen met een migratieachtergrond of met lage inkomens hebben aantoonbaar minder kans op een succesvolle schoolloopbaan. De kloof tussen studenten uit kansrijke en kansarme gezinnen wordt steeds dieper. Minister Jet Bussemaker schrikt van dit nieuws en komt in actie. Zij stelt een ‘Gelijke Kansen Alliantie’ in. Sindsdien geven achtereenvolgende ministers prioriteit aan het onderwerp gelijke kansen. Ook in de nieuwe kwaliteitsafspraken, met een looptijd tot 2027, is gelijke kansen een centraal thema. Het ministerie stelt honderden miljoenen euro’s beschikbaar om kansenongelijkheid tegen te gaan.

Onderzoek

Dat is reden voor de Algemene Rekenkamer om onderzoek te doen naar het beleid tegen kansenongelijkheid. Zijn de miljoenen goed besteed? Heeft het beleid effect? Om dit soort vragen te beantwoorden heeft de Rekenkamer met tal van betrokkenen, onder wie meer dan driehonderd studenten, gesprekken gevoerd. Ook hebben de onderzoekers zeven scholen bezocht. Omdat het kabinet is gevallen, heeft de Rekenkamer versneld de eerste resultaten van het onderzoek gepresenteerd.

Ongewis

Volgens de onderzoekers zijn minder kansrijke studenten zeker gebaat bij zaken als extra begeleiding. Zij constateren echter dat het onduidelijk is wat scholen met de extra middelen doen. Een belangrijke conclusie is dat er binnen de scholen grote verschillen kunnen zijn. Binnen opleidingen bepalen teams en uiteindelijk zelfs individuele docenten in hoeverre studenten goed geholpen worden. Hierdoor is het erg lastig om aan te geven of het beleid van een school succesvol is. Daarnaast is het onduidelijk wat het ministerie precies onder kansengelijkheid verstaat. Al met al is het op dit moment ongewis wat nu echt helpt om de kansengelijkheid van studenten te bevorderen.

Brief

Naar aanleiding van het onderzoek heeft de Rekenkamer een brief geschreven aan alle mbo-scholen. Volgens de Rekenkamer moeten de schoolbestuurders aan onderwijsteams duidelijk maken wat zij kunnen doen om gelijke kansen te bevorderen. Hierbij is het, aldus de Rekenkamer, essentieel om oog te houden voor de uitvoerbaarheid. Verder is het van belang om per opleidingsteam data bij te houden om te zien wat werkt. Bij stages is het belangrijk dat school en leerbedrijf elkaar goed informeren over onderlinge verwachtingen. Bij het opstellen van de kwaliteitsagenda’s kunnen scholen gebruik maken van de aandachtspunten die de Rekenkamer in de brief opsomt.

Lees hier het rapport ‘Gelijke kansen in het middelbaar beroepsonderwijs’

Lees ook: Memoires Bussemaker: de terugkeer van de gelijke kansen