Vanaf volgend studiejaar betalen mbo-studenten dezelfde rente over hun studielening als studenten uit het hoger onderwijs. Dat heeft minister Robbert Dijkgraaf besloten.
Tot nu toe gelden er verschillende rekenregels voor de rente van de studielening voor mbo-studenten en voor studenten uit het hoger onderwijs. Bij het mbo is het rentepercentage gekoppeld aan de rente die de Nederlandse Staat in de maand september betaalt voor een lening van vijf jaar. Voor het hoger onderwijs kijkt DUO naar het gemiddelde rentepercentage over het gehele afgelopen jaar. Omdat de rente op staatsleningen recent sterk is gaan stijgen, verschillen de percentages sterk: mbo-studenten gaan bijna 2 procent rente over de lening betalen, studenten uit het hoger onderwijs maar een half procent.
Laag
In historisch perspectief zijn deze rentes nog steeds laag. De laatste jaren stond het rentepercentage echter op 0, vanwege de soms zelfs negatieve rente op staatsleningen. Minister Dijkgraaf snapt dat studenten zich zorgen maken over de gestegen rente, ‘vooral in een tijd dat veel zaken duurder worden’.
Ongelijkheid
Door de uitzonderlijke situatie rond staatsleningen komt nu het verschil in rekenmethode aan de oppervlakte. Jelmer Becker van mbo-studentenorganisatie JOB noemt dit ‘het zoveelste voorbeeld van ongelijkheid’ tussen mbo-studenten en andere studenten. Minister Dijkgraaf wil graag dit verschil opheffen. Dat moet via een wetswijziging, hetgeen enige tijd vergt. De hoop is dat vanaf volgend studiejaar er één rekenmethode is voor het berekenen van het rentepercentage voor de studieleningen. Vanaf dan zal ook de basisbeurs in het hoger onderwijs weer worden ingevoerd. Die basisbeurs bestond nog wel voor het mbo; ook dat verschil bestaat straks niet meer.
Terugbetaaltijd
Ook ten aanzien van de terugbetaaltijd verdwijnt het verschil tussen mbo en hoger onderwijs. Tot op heden moesten mbo-studenten hun studielening in vijftien jaar terugbetalen. Straks geldt voor alle studenten een terugbetaaltermijn van 35 jaar.