ROC Leiden hoopte ‘grote slag te slaan’ met duur pand

Morgen debatteert de Tweede Kamer over de problemen van ROC Leiden. Een van de centrale vragen: hadden de problemen met sneller ingrijpen niet voorkomen kunnen worden?

Er is ondertussen al heel wat bekend over de achtergronden van de financiële problemen van ROC Leiden. Verkeerde huisvestingsbeslissingen liggen ten grondslag aan alle ellende. Volgens een rapport van PWC speelden prestige en competitie een grote rol. De bestuurders van het ROC hoopten met het gebouw dichtbij Leiden CS ‘een grote slag te slaan’ in de concurrentiestrijd met andere mbo-scholen in de regio. De locatie was onder andere interessant vanwege de nabijheid van het Leids Universitair Medisch Centrum. De problemen ontstonden echter pas echt door een risicovol experiment in het bouwproces. De school nam zelf de bouwregie op zich, maar de uitvoering was volgens PWC ‘naïef en amateuristisch’. Er was sprake van een ‘megamolaan project’, waarbij alle risico’s bij ROC Leiden lagen.

Onderwijs
Waar Leiden zich tot doel had gesteld om in vijf jaar de beste mbo-school van Nederland te zijn, ging de onderwijskwaliteit snel achteruit. Steeds meer opleidingen scoorden een onvoldoende. Er werd minder geïnvesteerd in docenten en steeds meer in stenen. Ondertussen zijn de problemen nog groter worden, omdat het aantal inschrijvingen voor het nieuwe schooljaar zwaar tegenvalt. Zo zet ‘Leiden’ de problemen van het voormalige ‘Amarantis’ in de schaduw. Uit antwoorden van minister Bussemaker op vragen van Kamerleden blijkt dat de totale kosten van het probleem Leiden twee keer zo hoog zijn als bij (het veel grotere) Amarantis.

Eerder ingrijpen
Een centrale vraag in het debat zal zijn of eerder ingrijpen de problemen had kunnen verkleinen. Volgens een notitie van het Bureau Onderzoek en Rijksuitgaven (BOR) heeft zowel het interne als externe toezicht rond het ROC Leiden gefaald. Volgens een uitgebreide analyse in ‘informatiestromen’ waren de Leidse problemen al vroeg bekend, maar kwamen de Inspectie (2012) en het ministerie (2014) pas laat in actie: ‘De vraag rijst of de onderwijsinspectie reeds eerder problemen had geconstateerd. Als dat het geval is, blijft de vraag waarom er niet eerder is ingegrepen.’ Volgens de BOR-notitie is ook de vraag relevant of het ministerie niet eerder had kunnen ingrijpen.

Volg morgen het debat via onze live-blog.