Bedrijven die een leerbaan aanbieden moeten hiervoor een vaste vergoeding krijgen. Dit kan helpen het aantal leerbanen weer te laten groeien.
Het aantal leerbanen (bbl) is de laatste jaren sterk gedaald, van zo’n 150.000 naar minder dan 100.000. Met de groei van de economie is er hoop dat de trend weer keert. Het aanbieden van een vaste vergoeding aan werkgevers kan hierbij helpen. Volgens SBB, de organisatie van beroepsonderwijs en bedrijfsleven, is de huidige Subsidieregeling Praktijkleren te ingewikkeld. Werkgevers weten bijvoorbeeld pas achteraf welke vergoeding ze voor de praktijkplek krijgen. SBB pleit voor een vaste vergoeding voor iedere leerwerkplek die bedrijven aanbieden.
Loonkosten
Volgens SBB zijn de loonkosten van een bbl’er van 23 jaar ruim € 20.000 per jaar. Daarbovenop komen nog de werkgeverslasten en de kosten voor de begeleiding van de leerling. Een jaarlijkse vergoeding van € 2.700 per bbl-student per jaar is dan ook alleszins redelijk, aldus SBB in een brief aan minister Bussemaker van Onderwijs.
Te duur
Eerder bepleitte de SER al een wijziging van de Subsidieregeling Praktijkleren. Het bedrag voor deze regeling is recent gehalveerd van € 400 miljoen naar € 200 miljoen. De SER vraagt zich af of de leerbanen niet te duur zijn geworden voor het bedrijfsleven. In de brief aan de minister vragen de voorzitters van SBB, Michaël van Straalen en Ton Heerts, het voorstel voor een vaste vergoeding ‘mee te nemen in uw plannen voor de komende periode’.
Lees ook: SER wil einde aan daling leerbanen