Scholen voortvarend aan de slag met nieuwe wetgeving

De meerderheid van de mbo-scholen kan goed overweg met beleidswijzigingen als de invoering van de nieuwe kwalificatiestructuur en het verkorten van opleidingen. Wel ontstaat er langzamerhand bij docenten een vorm van verandermoeheid.

Dat blijkt uit twee rapporten waarin onderzocht wordt hoe mbo-scholen zijn omgegaan met beleidswijzigingen die door de overheid de afgelopen jaren zijn opgelegd. Concreet gaat het om de Wet doelmatige leerwegen (2014) en om de invoering van de nieuwe kwalificatiestructuur (2016). In de Wet doelmatige leerwegen, die voortvloeit uit het Actieplan ‘Focus op Vakmanschap‘, is onder andere bepaald dat scholen hun opleidingen moeten verkorten, dat een entreeopleiding wordt ingevoerd en dat de bekostiging afneemt naarmate studenten langer op school verblijven (de zogenaamde ‘cascadebekostiging’). Bij de wetgeving over de kwalificatiestructuur gaat het naast het verminderen van het aantal kwalificatiedossiers ook om de invoering van keuzedelen.

Monitoring
Indertijd is bij de invoering van de nieuwe wetgeving door de Tweede Kamer afgedwongen dat de implementatie van het nieuwe beleid zorgvuldig wordt geëvalueerd. De opdracht voor deze meerjarige monitoring is verstrekt aan de Nijmeegse onderzoeksbureaus ResearchNed en KBA. In hun eerste rapportages zijn de onderzoekers behoorlijk positief over de manier waarop de scholen omgaan met de beleidswijzigingen. Volgens de onderzoekers heeft de meerderheid van de scholen de implementatie van de maatregelen goed voorbereid. In de uitvoering ondervinden de scholen slechts beperkt problemen. Opvallend is dat de vaak bekritiseerde cascadebekostiging voor de scholen geen grote knelpunten heeft opgeleverd.

Keuzedelen
Anders ligt dat bij de keuzedelen. Volgens de onderzoekers ondervinden scholen veel knelpunten bij de keuzedelen, bijvoorbeeld ten aanzien van de organisatie en logistiek. Ook het ontbreken van goed examenmateriaal en de korte implementatietijd kosten de scholen de nodige hoofdbrekens. Volgens Maarten Wolbers van KBA Nijmegen is de invoering van keuzedelen voor scholen roostertechnisch erg lastig: ‘Gezien de complexiteit is de feitelijke keuzevrijheid voor studenten nu nog gering, er worden vooral generieke keuzedelen aangeboden. Maar de instellingen zullen die vrijheid in de komende jaren vergroten’, aldus Wolbers.

Draagvlak
Een opvallende conclusie van de onderzoekers is dat het draagvlak voor de veranderingen onder bestuur en management van de scholen groter is dan onder docenten. Het bedenken en aansturen van veranderingen roept kennelijk meer enthousiasme op dan de uitvoering ervan, zo concluderen de onderzoekers. In alle lagen van de instellingen constateren zij bovendien een zekere mate van ‘verandermoeheid’ door de veelheid van beleidsmaatregelen. ‘Vooral bij docenten treedt deze verandermoeheid op’, stelt Wolbers.

Resultaten
De rapportages hebben betrekking op de situatie uit het schooljaar 2015-2016 en richten zich dus met name op de voorbereiding die de scholen hebben getroffen voor de beleidswijzigingen. Over het effect van de maatregelen, bijvoorbeeld als het gaat om schooluitval of studiesucces, doen de onderzoekers nog geen uitspraken. In latere metingen zal het effect van de maatregelen onderzocht worden. De eindrapportage is pas voorzien in 2021.

Lees de rapporten over ‘Doelmatige leerwegen’ en de invoering van de nieuwe kwalificatiestructuur.

Lees ook: Kwaliteitsafspraken ondersteunen verbetering onderwijs