Ruim 33.000 studenten stopten vorig jaar met hun mbo-studie zonder een diploma behaald te hebben. Op niveau 2 beëindigde meer dan 40 procent van de studenten ongediplomeerd de opleiding.
Dat blijkt uit cijfers die de Onderwijsinspectie bekendmaakte bij de presentatie van de nieuwe ‘Staat van het Onderwijs’. De stijging van de ongediplomeerde uitstroom doet zich voor op alle niveaus. Op niveau 4 gaat het om een stijging van ongeveer 15 naar 18 procent, op niveau 3 van 18 naar 21 procent en op niveau 2 van 38,5 naar ruim 41 procent. In totaal gaat het om ruim 33.000 jongeren die vorig jaar zonder diploma de mbo-school verlieten.
Migratieachtergrond
Uit de cijfers van de inspectie blijkt dat de ongediplomeerde uitstroom bij studenten met een migratieachtergrond relatief hoog is. Bij deze groep ligt het percentage uitstroom op zo’n 30 procent, tegen 20 procent bij studenten zonder achtergrond. Op niveau 2 verlaat bijna de helft van de studenten met een migratieachtergrond zonder diploma de studie. Er is daarnaast een duidelijk verband tussen de hoogte van het ouderlijk inkomen en de ongediplomeerde uitstroom. Bij de studenten (zonder migratieachtergrond) met ouders uit de hogere inkomensgroepen ligt de uitstroom op ruim 13 procent, tegen 30 procent bij studenten met ouders uit de lagere inkomensgroepen.
Niveau 2
Op niveau 2 is de ongediplomeerde uitstroom al langer hoog. Hierbij is een duidelijk verschil tussen de BBL- en BOL-opleiding. Onder BBL-studenten ligt de uitstroom op niveau 2 op zo’n 36 procent. Bij de voltijds BOL-studenten gaat dit percentage richting de 50 procent. Met name studenten die vanuit de entreeopleiding doorstromen naar niveau 2 scoren slecht. Het afgelopen studiejaar lag de ongediplomeerde uitstroom voor deze doorstromers op zo’n 55 procent. In absolute aantallen gaat het hierbij om ongeveer 2.750 studenten.
Banenkans
Volgens de inspectie is de kans op werk voor jongeren zonder diploma een stuk kleiner, ook in de huidige krappe arbeidsmarkt. Van de mbo-studenten die zonder diploma de school verlaat, heeft zo’n 30 procent een jaar later geen werk. Bij mbo-studenten met een diploma vindt meer dan 90 procent binnen het jaar werk.
Pijnlijk
Minister Dijkgraaf vindt het ’pijnlijk’ dat een steeds grotere groep mbo-studenten hun opleiding niet afmaakt. Het ministerie van Onderwijs investeert daarom de komende jaren veel geld in maatregelen om de uitval terug te dringen. Volgens Adnan Tekin van de MBO Raad een goede zaak. Bij economische neergang zijn ongediplomeerde werknemers vaak de eersten die ontslag krijgen. Om dan weer werk te vinden, is vaak lastig. ‘De neerwaartse spiraal waarin je kunt terechtkomen als dat niet lukt, maakt je kwetsbaar, niet alleen op de arbeidsmarkt, maar ook in de samenleving’, aldus Tekin in de Telegraaf.
Kamervragen
Het Kamerlid Haptamu de Hoop (PvdA) heeft inmiddels Kamervragen gesteld over de gestegen uitval. Hij wil onder andere van minister Dijkgraaf horen welke verklaring hij voor de gestegen uitval heeft. Ook wil De Hoop weten waarom de minister in deze omstandigheden vasthoudt aan het bindend studieadvies in het mbo. In de brief van het ministerie van Onderwijs over het inspectierapport wordt niets gezegd over het hoge aantal studenten dat zonder diploma met de opleiding stopt.
Lees hier het Technisch rapport monitoring mbo van de inspectie