Skills-vakwedstrijden: het Max Verstappen-effect in je klas

Vanaf volgend schooljaar nemen bij Yuverta alle studenten van leerjaar 1, 2 én 3 deel aan vakwedstrijden. Daarmee wortelen de wedstrijden zich nog dieper in het curriculum. MBO-today sprak met Skills-coördinator Oda van Deursen over het hoe en waarom.

Het is al weer enkele jaren geleden dat Oda van Deursen betrokken raakte bij ‘Skills’. De docent Nederlands stortte zich als coördinator enthousiast op de vakwedstrijden die, mede door successen, steeds inniger omarmd werden door haar school. Ook toen al vond Oda de wedstrijden een mooi lesinstrument voor de hele klas, een gedachte die onderstreept werd door alle studenten van elk leerjaar mee te laten doen aan de voorronden bloembinden. Daarna gooide corona roet in het eten. De prioriteiten in de lessen kwamen elders te liggen. ‘Maar volgend schooljaar doet iedereen weer mee’, vertelt Oda. ‘We pakken de draad op.’

Groter

Natuurlijk: Oda werkt nu voor Yuverta (CITAVERDE, Helicon en Wellantcollege zijn sinds 1 augustus samengegaan in Yuverta). Maar ook al is de organisatie groter geworden, op school krijgen de studenten nog steeds alle kansen om te ‘shinen’. ‘We willen als Yuverta de wedstrijden gelijk goed neerzetten’, benadrukt Oda. ‘Ik overleg veelvuldig met de andere Skills-coördinatoren, waarbij we de parels met elkaar delen. We kunnen veel van elkaar leren. Bijvoorbeeld hoe we deelnemende studenten in het zonnetje zetten. Of hoe je de wedstrijden kunt inbedden in het curriculum en je slim de wedstrijden kunt inplannen. Sommige scholen houden de voorrondes in september/oktober, maar dat is bij veel mbo-opleidingen een drukke tijd. Veel studenten lopen dan stage. Beter is dan om dit te plannen in een periode waarin zowel studenten als docenten meer tijd hebben.’

Wedstrijdervaring

Oda en haar collega’s zijn ervan overtuigd dat de wedstrijden meerwaarde hebben voor de opleidingen van Yuverta. Die meerwaarde is veelkleurig, zo blijkt. ‘Allereerst krijgen de studenten nu de kans zich de bij de wedstrijden behorende manier van denken en doen eigen te maken. Omdat ze al vanaf leerjaar 1 meedoen aan de wedstrijden, weten ze op een gegeven moment wat er van hen verwacht wordt. De studenten beseffen dat inventiviteit nodig is. Ze moeten out-of-the-box kunnen denken en echt wat anders brengen om te excelleren. Die wedstrijdervaring kan, naast talent, doorslaggevend zijn. Dat merkten we dit jaar. We hadden hele sterke voorrondes, waarbij we per locatie één of bij sommige wedstrijden zelfs twee kandidaten aanleverden voor de Yuverta-kampioenschappen. Bij een van de wedstrijden eindigden twee eerstejaars als beste van hun locatie! Enorme talenten, maar ze zijn uiteindelijk niet de winnaar van onze Yuverta-kwalificatie geworden. Die eer ging naar een derdejaars die al voor de derde keer meedoet aan de vakwedstrijden. Zij stak er met kop en schouders bovenuit, omdat ze veel ervaring heeft. De twee eerstejaars krijgen gelukkig nog meer kansen om zich te kwalificeren.’

Max Verstappen

Ook zeker waardevol: de olievlekwerking in een klas als de wedstrijden een vast onderdeel zijn in het curriculum. Oda: ‘Als je een wedstrijd in de klas houdt, profiteert iedereen hiervan. De beste studenten kunnen door en nemen de rest van de klas mee in die vervolgrondes. Je krijgt dan een soort Max Verstappen-effect: we zitten zelf niet in die F1-bolide, maar hebben wel het gevoel dat “we” wereldkampioen kunnen worden en zijn door het dolle heen als “onze” Max weer een race wint. Zie het gerust als teambuilding, als een manier om saamhorigheid te creëren. En je neemt niet alleen de studenten mee, maar ook de docenten. De wedstrijden zijn echt van een hoog niveau; ze zijn mede bedacht door mensen uit de praktijk en vergen vaak specialistische technieken. Ook de jurering is top: we vragen hiervoor vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, maar bijvoorbeeld ook oud-winnaars. Er wordt dus nogal wat van de studenten gevraagd; als docent moet je daar in mee. De structurele inbedding van Skills brengt dus ook een professionaliseringsslag voor de docenten met zich mee.’

Examens

Het jureren bij de vakwedstrijden gebeurt door externe assessoren die, zeker bij de nationale kampioenschappen, op de kleinste details letten. Ook de jury bedrijft topsport. ‘Ik durf wel te stellen dat bij Skills The Finals net zo of misschien wel meer gedegen wordt beoordeeld dan bij een reguliere proeve van bekwaamheid’, onderstreept Oda. ‘Niet voor niets heeft een van onze studenten een paar jaar geleden gevraagd of de prestatie die zij heeft neergezet bij de landelijke finale als proeve beoordeeld kon worden. Ze heeft dat zelf ingediend bij de examencommissie en vervolgens toegekend gekregen. Sindsdien gebeurt dat in toenemende mate. Ik weet bijvoorbeeld dat studenten de wedstrijden als werkprocesexamens of als (delen van de) proeve kunnen inzetten. Ook op die manier kun je dus de wedstrijden in je onderwijs laten landen. Niet als iets bijzonders, iets speciaals voor een select groepje talenten, maar gewoon als een vast onderdeel van je onderwijs…!’