BVMBO wil stem geven aan de opleiders

Wereld Lerarendag. In Laos is dat elk jaar op 5 oktober een groot feest. Leraren krijgen cadeaus, worden enthousiast toegezongen en smullen van een heerlijk diner met sticky rice en runder- en hondenvlees. Althans volgens cabaretier en oud-leraar Viggo Waas, spreker op een door de BVMBO georganiseerde inspiratiesessie in het kader van De Dag van de Leraar. Te midden van allemaal gepassioneerde onderwijsprofessionals, denkt Waas zelfs na over een comeback als docent: ‘Want als ik later dood ben, wil ik wel herinnerd worden als iemand die er toe deed.’

De afsluiting van de Dag van de Leraar in De Gieterij in Hengelo (ROC van Twente) mag er culinair trouwens ook wezen: er staat voor iedereen heerlijk gebak klaar bij de Storkzaal. Via een inspiratiesessie willen de in paarse poloshirts gestoken ambassadeurs Corine Bos, Paulo ten Buuren, Michel Greven en Sabine Poelarends de BVMBO, de beroepsvereniging voor MBO Opleiders, onder de aandacht brengen. Deze jonge vereniging (‘dus geen vakbond’, benadrukt Ten Buuren) heeft als doel om opleiders meer eigenaar van hun vak te maken. Dat begint zijn vruchten af te werpen – zo zat Ten Buuren al een keer met de minister om de tafel – maar meer bekendheid en meer leden zijn zeer welkom. ‘Hoe meer leden, hoe luider we onze stem kunnen laten horen’, vult Bos aan. Met de vier v’s van Verbinding, Vakmanschap, het Voortouw nemen en Verrijken als kernwaarden.

Hooligans
Voor de inspiratiesessie is voormalig gymnastiekleraar Viggo Waas (54), ook bekend als acteur, liedjesmaker en cabaretier, door Bos uitgenodigd. Dat deed ze net op het moment dat Waas achterna werd gezeten door minimaal dertigduizend Feyenoord-hooligans die hij enkel achter zich kon houden omdat hij in zijn vrije tijd sneller rent dan Usain Bolt, veters heeft leren strikken, overlevingsles geeft aan het Korps Mariniers, een EHBO-cursus volgde, fantastisch heeft leren reddend zwemmen, de vijfde dan karate heeft gehaald en bovendien een perfecte Telemarklanding kan maken. Zeg dan maar eens nee, aldus de Johan Cruijff-imitator.

Lijntjes
Met schromelijke overdrijving als rode draad in zijn verhaal neemt Waas het publiek makkelijk voor zich in. Bij Ajax was hij als jochie op sommige trainingen beter dan de rest bij elkaar, maar toch was het een bewuste keuze om de ALO te volgen en gymleraar te worden, zo beweert hij met pretogen. Totdat hij vanwege zijn cabaretgroep NUHR wekelijks nog maar 12 uur kon lesgeven en merkte dat hij daarin niet meer optimaal functioneerde. Dat hij het onderwijs en met name de opleiders een warm hart toedraagt, is in ieder geval niet gespeeld. Waas eindigt zijn verhaal met een aanklacht tegen onderwijs dat van bovenaf wordt geïnstrueerd om zoveel mogelijk binnen de lijntjes te blijven, toetsing centraal stelt, studenten hun speelsheid ontneemt en ze vooral in de mal van de toekomstige perfecte belastingbetaler wil persen.

Was Waas nog docent geweest – iets wat hij als mogelijk volgende en laatste carrièreswitch nog even hardop overpeinst – dan was hij zonder twijfel onmiddellijk lid geworden van de BVMBO.

Lees ook: Beroepsvereniging opleiders viert eerste lustrum