Subsidieregeling praktijkleren: forse bezuiniging dreigt

Het kabinet-Schoof wil vanaf 2026 fors bezuinigen op de subsidieregeling praktijkleren. Het is de bedoeling om op het budget van zo’n 270 miljoen euro ruim 150 miljoen te bezuinigen.

Dat blijkt uit de begroting van het ministerie van Onderwijs die op Prinsjesdag is gepubliceerd. Het is niet de eerste keer dat de subsidieregeling praktijkleren ter discussie staat. In 2018 wilde minister Van Engelshoven de regeling al afschaffen. Na protesten uit de mbo-sector en de leerbedrijven stak de Tweede Kamer daar toen een stokje voor.

Nog niet definitief

Ook dit keer is de bezuiniging nog niet definitief. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft minister Bruins dat de bezuiniging op het praktijkleren een voorlopige invulling is van de afgesproken taakstelling. Voor de behandeling van de Onderwijsbegroting (eind november) komt de minister met een concrete invulling van de bezuiniging. Dan moet blijken in hoeverre de nu aangekondigde bezuiniging realiteit wordt. Tijdens de Algemene Beschouwingen vroeg Rob Jetten aan premier Schoof de bezuiniging op het praktijkleren terug te draaien. De premier antwoordde echter: ‘De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat we onze begroting hebben opgesteld met alle afwegingen die daarbij horen, dus mijn eerste antwoord is nee.’ 

Bbl-offensief

De subsidieregeling praktijkleren is vooral belangrijk voor de bbl-leerbanen. Werkgevers die zo’n leerbaan aanbieden kunnen een tegemoetkoming in de begeleidingskosten krijgen van 2.700 euro. In totaal is er op dit moment voor de regeling ongeveer 270 miljoen euro beschikbaar. Vanaf 2026 zou dit budget verlaagd worden, in het eerste jaar met zo’n 58 miljoen en uiteindelijk in 2029 met zo’n 152 miljoen. Het plan om te bezuinigen op de subsidieregeling lijkt moeilijk te rijmen met het beleidsdoel het aantal leerbanen te verhogen, via een zogenaamd bbl-offensief.

Schoolboeken

Ook de voorgenomen verhoging van de btw op boeken pakt voor het mbo vervelend uit. Er komt een compensatieregeling voor scholen, maar die heeft alleen betrekking op jongeren tot 18 jaar. Van de zestig miljoen euro die voor deze compensatie beschikbaar is, komt slechts anderhalf miljoen bij het mbo terecht. AOb-voorzitter Tamar van Gelder is hier niet over te spreken: ‘In het mbo zijn 300.000 studenten van boven de achttien. Die moeten de btw-verhoging dus wel betalen? Dit kabinet belijdt blijkbaar alleen met de mond meer voor mbo-studenten te willen doen.’

Verkeerde afslag

Ook de MBO Raad reageert kritisch op het bezuinigingsplan. Volgens voorzitter Adnan Tekin neemt het kabinet de verkeerde afslag: ‘Bezuinigingen van tientallen miljoenen hangen onze sector boven het hoofd en zetten de toegankelijkheid van het mbo onder druk. Zonder goed opgeleide mbo’ers zijn ambitieuze doelen, zoals de klimaattransitie en het aanpakken van personeelstekorten in de zorg en bouw, onhaalbaar. Het kabinet neemt hiermee de verkeerde afslag’.

Stabiliteit

Volgens Tekin is het belangrijk om de mbo-sector stabiliteit en financiële continuïteit te bieden: ‘We hebben voldoende middelen nodig om onze urgente maatschappelijke opdracht goed uit te voeren. Zorg voor voldoende financiële middelen en randvoorwaarden, zodat het mbo zijn cruciale rol kan blijven vervullen, nu en de toekomst.’

Lees hier de nieuwe Onderwijsbegroting

Lees ook: Vrees voor verdere bezuiniging op praktijkleren