Mbo-scholen reageren in toenemende mate op tweets, maar de eigen content neemt af. Verder zijn scholen niet altijd online op momenten waarop studenten dit wél zijn. Dit blijkt uit onderzoek van Coosto.
Coosto is een dienstverlener op het gebied van social media monitoring en webcare. Net als vorig jaar maakt deze dienstverlener de balans op van onderwijsinstellingen op Twitter. Voor dit onderzoek keek men naar alle tweets vanuit en naar onderwijsinstellingen in het wo, hbo en mbo in het schooljaar 2014/2015. Bij het middelbaar beroepsonderwijs werd het twittergedrag van 37 scholen onder de loep genomen.
Minder proactieve reacties
Uit het onderzoek blijkt dat mbo-scholen vaker dan voorheen reageren en worden gementiond. De eigen content neemt echter af. Ook het aantal auteurs dat over de onderwijsinstelling praat neemt af. Ook opvallend: er waren in het schooljaar 2014/2015 minder proactieve reacties (een school reageert op een tweet waarin ze niet zijn gementiond) dan in het jaar ervoor. Bij universiteiten nemen deze positieve reacties juist enorm toe; in het hbo wordt het grote volume van het vorige jaar goed vastgehouden.
Nachtwerk
Uit het onderzoek blijkt verder dat onderwijsinstellingen (mbo, maar ook hbo en wo) niet altijd online zijn op het moment dat de student dat wél is. Studenten stellen vaak in het weekend, ’s avonds en soms zelfs ’s nachts hun vragen. Het antwoord krijgen ze pas op de eerstvolgende schooldag.
Onderlinge vergelijking
Het Coosto-onderzoek heeft ook onderwijsinstellingen met elkaar vergeleken. Van de geanalyseerde mbo-scholen had Summa College de meeste retweets in het schooljaar 2014-2015, gevolgd door het Alfa College en ROC A12. Wat betreft de reacties scoort MBO Utrecht het beste, gevolgd door wederom het Alfa College en SintLucas. Hierbij moet wel vermeld worden dat Coosto niet alle mbo-scholen heeft onderzocht.
Het rapport is een samenwerking tussen Upstream en Coosto. Het volledige onderzoek download je hier (pdf).