Dit mantra uit het late, onafgeronde werk van Nietzsche kwam bij me op gegeven de laatste ontwikkelingen in het mbo. Jaren zijn we doodgegooid met en gewend geraakt aan de verheerlijking van het management in al zijn facetten. Of het nu ging om de Colleges van Bestuur, het middenmanagement of de ondersteunende diensten: het was aan de managers om de schaalvergroting, de professionalisering en de verbetering van het mbo te leiden en vorm te geven. Zij zouden verantwoordelijk zijn voor de ‘stip aan de horizon’, de onderscheidende visie en de vormgeving van de vernieuwing. Daarmee leken zij steeds de dragers van de kwaliteit van het mbo.
Natuurlijk ook in de klas, bij de intake, de keuzebegeleiding en de kwaliteit van de stage moest het een en ander verbeteren. Maar veel van de (publieke) discussie ging over het stelsel, de kwalificatiestructuur, de verantwoording en de regelgeving.
Gelukkig is er sinds kort sprake van een kentering, sterker nog: een ‘Umwertung aller Werte’.
Zowel in het Nationaal Onderwijsakkoord, de Lerarenagenda 2013-2020, het Bestuursakkoord 2011-2015 als in het Bestuursakkoord MBO 2014 gaat het meer dan ooit om ‘de professionalisering van onderwijsteams’.
De eerste CvB-leden zijn om: Rob Schuur (Noorderpoort) vertelt trots in een tweet dat de bestuurders van de MBO Raad een ‘inspirerend gesprek’ hebben gehad met de St. Leerkracht.
Frank van Hout (Friesland College) wijdt een hele blogpost aan de ‘Onderwijsteams’ als belangrijk instrument. ‘In het mbo is ondubbelzinnig gekozen voor het onderwijsteam als kern van de organisatie. Dat is zelfs vastgelegd in de CAO en nader uitgewerkt in een professioneel statuut […].’
Docenten, uw koren staat te bloeien! Langzaam maar zeker krijgt u de plek en de waardering die u toekomt. Mooie start van het nieuwe schooljaar! Maar laat het niet uit de handen glippen. Sta op uw strepen (en de barricaden)!
Coleta van Buuren is columnist van de mbo-krant