‘Vaardig’ voor de toekomst met 21e eeuwse skills

Het mbo bereidt jongeren voor op hun toekomst, maar hoe die toekomst eruit ziet weet niemand. Vandaar de roep om meer aandacht voor algemene, ‘21ste-eeuwse’ vaardigheden. Hoe kan het mbo daar het beste op inspelen? Ingrid Christoffels en Pieter Baay van het Ecbo onderzochten het.

Wat moeten jongeren van nu leren om op de toekomst voorbereid te zijn? Welke kennis, kunde en vaardigheden moeten een plaats krijgen in het curriculum? Exact te voorspellen is dat natuurlijk nooit. Maar er zijn wel trends in de samenleving die een impact hebben op de arbeidsmarktkansen van mbo’ers. In het recent verschenen artikel ‘Vaardig’ voor de toekomst sommen onderzoekers Ingrid Christoffels en Pieter Baay (Expertisecentrum Beroepsonderwijs) ze op.

Technologisering en digitalisering
Zo zorgt de Technologisering ervoor dat met name veel banen op mbo 2- en mbo 3-niveau verdwijnen. Er zal minder werk zijn voor drukkers, verkopers of administratief medewerkers. Daartegenover staan ook nieuwe, onbekende beroepen. Die onzekerheid over de toekomstige beroepen pleit ervoor om niet voor een specifiek beroep op te leiden, maar voor werk in het algemeen. De tweede trend – digitalisering – hangt nauw samen met de eerste. Onze maatschappij ‘digitaliseert’. Hierdoor verdwijnen banen, maar tegelijkertijd zal iedereen digitaal vaardig moeten zijn om te functioneren in de maatschappij.

Globalisering en individualisering
Globalisering zorgt er voor dat veel maakindustrie verdwijnt naar lageloonlanden. Tegelijkertijd neemt individualisering toe. Eigen ontwikkeling en ontplooiing worden belangrijker, maar sociale cohesie en zorg voor de ander nemen af. Van burgers wordt verwacht dat ze zelf verantwoordelijkheid nemen om zich staande te houden in de maatschappij. Dit vraagt goed gebruik van eigen capaciteiten, maar ook een goede benutting van hulpbronnen in de omgeving.

Gevolgen voor arbeidsmarkt en het mbo
Trends in de samenleving en op de arbeidsmarkt kunnen ertoe leiden dat bijna de helft van de beroepen in de komende twintig jaar verdwijnt . In het werk dat wél blijft, zal de mens vaak centraal staan. Te denken valt aan beroepen als therapeut, trainer of tandarts. Ook banen die vragen om gespecialiseerde kennis, het monitoren van processen of het bedenken van creatieve oplossingen, houden stand. Immers, die zijn niet makkelijk te automatiseren. Verder zal niet elk niveau en niet elke sector op dezelfde manier worden geraakt. Zo zullen beroepen op hogere opleidingsniveaus vaker gehandhaafd blijven. De uitdaging voor het mbo zal zijn om alle studenten een plek te laten vinden op de toekomstige arbeidsmarkt. Daarvoor is het van belang om niet alleen aandacht te geven aan vakkennis, maar ook aan ‘21ste-eeuwse’ vaardigheden.

Welke vaardigheden zijn belangrijk?
Christoffels & Baay gaan in hun artikel uitgebreid in op deze vraag. Ze zoomen eerst in op enkele uit de literatuur bekende categorieën en kijken vervolgens wat de steeds weer terugkerende vaardigheden zijn. Dat zijn samenwerking, communicatie, digitale vaardigheden, en sociale & culturele vaardigheden. Daarnaast worden creativiteit, kritisch denken en probleemoplossend vermogen in bijna alle modellen genoemd. Een vrij recente toevoeging is zelfregulatie, vanuit de gedachte dat burgers en werknemers in staat moeten zijn verantwoordelijkheid te nemen en zichzelf aan te passen aan nieuwe omstandigheden. Bovenstaande vaardigheden hebben onderling veel met elkaar te maken. Zo is communicatie belangrijk voor ondernemerschap en samenwerking, en vereist probleemoplossend vermogen een zekere mate van creativiteit. Dit betekent dat vaardigheden niet allemaal individueel aandacht in het onderwijs hoeven te krijgen; ze kunnen ook geïntegreerd worden aangeboden. Om de overlap inzichtelijk te maken, hebben Christoffels en Baay de vaardigheden opgedeeld in vier clusters.

Dilemma’s
Aan het slot van hun artikel gaan de beide onderzoekers in op de vraag ‘Wat nu?’. Er wachten het onderwijs enkele dilemma’s. Bijvoorbeeld het vraagstuk of de 21ste-eeuwse vaardigheden wel echt aan te leren zijn. Kan mensen ondernemendheid aangeleerd worden? Of creativiteit? En hoe moeten 21ste-eeuwse vaardigheden worden ingebed in het onderwijs? En, als dit eenmaal gebeurd is, hoe kunnen de vaardigheden dan gemeten en getoetst worden? Het zijn dilemma’s die we de komende tijd toch van antwoorden dienen te voorzien. Want de 21ste eeuw is al volop gaande…
De onderzoekers eindigen dan ook met de volgende conclusie: ‘Het is van belang dat het beroepsonderwijs jongeren opleidt tot daadkrachtige, zelfredzame en kritische burgers en werknemers. Dat vergt structurele aandacht voor algemene vaardigheden. Wenselijk is om het huidige curriculum tegen het licht te houden om te bezien of het voldoende tegemoet komt aan veranderingen op de arbeidsmarkt, wensen van studenten en noden van de maatschappij. Onderwijsprofessionals zullen daarbij een sterk beroep moeten doen op hun eigen vaardigheden. Het is zaak om niet elke verandering blind te omarmen, maar met een nieuwsgierige, flexibele en creatieve blik, en tegelijk met een kritische onderzoekende houding, na te gaan wat van waarde is voor de eigen onderwijspraktijk.’

Het complete artikel kun je hier lezen.