Het aantal geregistreerde leraren blijft achter bij de doelstellingen. Ondertussen zijn zo’n 19.000 leraren geregistreerd in het vrijwillige lerarenregister.
Het aantal leraren dat zich heeft aangemeld in het register groeit, maar niet snel genoeg. In juli 2013 waren zo’n 8.600 leraren geregistreerd, een jaar later 19.000. Voor staatssecretaris Dekker gaat het echter te langzaam. In de Voortgangsrapportage van de Lerarenagenda schrijft hij: ‘Voor een succesvolle start van het wettelijk verplichte register in 2017 achten wij het van belang dat het aantal registraties in de komende periode sterk stijgt.’ In de bijgaande graphic is te zien wat de staatssecretaris voor ogen staat: in 2017 zijn alle leraren van Nederland geregistreerd.
Samen
Volgens de rapportage spelen bij het goed functioneren van het register zowel de leraren als de besturen een belangrijke rol. Daarom is het bedoeling om samen (‘met elkaar’) te bepalen hoe het register er uit komt te zien. Vanaf 2017 moet iedere leraar ingeschreven staan om les te mogen geven. Het wetsvoorstel dat dit regelt komt zomer 2015 beschikbaar.
Vangrail
Volgens de Algemene Onderwijsbond (AOb) gaat het echter de verkeerde kant op met het register. Zo schrijft de AOb in een recent bericht: ‘Het plan om een register van, voor en door leraren te maken is door het optreden van de staatssecretaris de vangrail in gedrukt. Daarbij heeft hij de oren laten hangen naar de werkgeverskoepels die een grotere invloed willen op het register, iets waarvoor het ministerie de ruimte geeft.’ De AOb waarschuwt dat het lerarenregister geen ‘strafregister’ moet worden.
Communicatiecampagne
Om de bekendheid van het register te vergroten starten het ministerie en de Onderwijscoöperatie een gezamenlijke campagne. Ook schoolleiders en bestuurders worden hierbij betrokken. Scholen kunnen nu bijvoorbeeld al registratie hanteren als voorwaarde in hun wervingsbeleid.