Sinds dit jaar is de MBO Brigade actief. Hoofddoel van de brigade is het opruimen van overbodige regelgeving, zodat scholen in staat zijn goed onderwijs te maken. De brigade voorziet in een behoefte, zo bleek tijdens een workshop op de Dag van het MBO.
Tijdens de workshop legt Vincent Gerez van het ministerie van Onderwijs de achtergrond en de werkwijze van de MBO Brigade uit. De instelling van de brigade is een rechtstreeks gevolg van het vorig jaar gesloten bestuursakkoord Trots, vertrouwen en lef. In dat akkoord hebben de MBO Raad en het ministerie van Onderwijs samen afgesproken een brigade in het leven roepen om overbodige regelgeving uit de weg te ruimen. Vanuit de MBO Raad is Rini Romme aanwezig. Docenten en andere medewerkers van mbo-scholen kunnen een casus bij de MBO Brigade indienen, waarna de brigadiers in actie komen. Volgens Gerez komen er veel vragen binnen over onderwerpen als onderwijstijd, keuzedelen en examinering.
Ruimte
In veel gevallen kan de brigade de indiener van een casus helpen door uitleg te geven over wet- en regelgeving. ‘Scholen hebben vaak veel meer ruimte dan ze denken’, legt Gerez uit. Speciaal daarvoor is de brochure Ruimte in regels geschreven. In deze brochure, die opgesteld is met behulp van een grote groep docenten, wordt duidelijk gemaakt welke ruimte de wet- en regelgeving biedt. Als de brigade op echt knellende regelgeving stuit, kan natuurlijk wel voorgesteld worden regels te schrappen. Zoals binnenkort gebeurt met de onderwijsovereenkomst. ‘Het schrappen van regels kost wel veel tijd’, legt Gerez uit. ‘Begin dit jaar is het besluit genomen om de onderwijsovereenkomst uit de wet te halen, waarschijnlijk zal dit pas vanaf 2021 het geval zijn.’
Vrijstelling
In het tweede deel van de workshop krijgen de bezoekers de kans om een casus in te dienen. Vanuit de afgeladen zaal komen allerlei mogelijke onderwerpen naar voren. Zoals: mag je als school een vrijstelling verlenen voor Nederlands of Burgerschap als een student deze vakken al in een eerdere studie heeft gevolgd? Op sommige scholen gebeurt dat, op andere niet. Wat zegt de wet? Volgens een van de aanwezigen zijn hier geen landelijke regels voor, maar is hier een cruciale rol voor de eigen examencommissie weggelegd: deze kan vastleggen onder welke omstandigheden een vrijstelling verleend kan worden.
Inspectie
Een vraag van een andere docent gaat over inspectiebezoek. Moeten alle teamleden bij een bezoek van de inspectie volledig op de hoogte zijn van bijvoorbeeld de regels rond examinering? Welke ruimte heeft een team om een verdeling van taken te maken? Een collega van een andere school weet wel raad: ‘Het is een taak van de leidinggevende om een goede werkverdeling te maken binnen het team. Wie verantwoordelijk is voor examinering moet als expert van alle ins en outs op de hoogte zijn. Als je niet de examenexpert van het team bent, kun je gewoon tegen de inspectie zeggen dat jij als docent niet exact van de regels op de hoogte bent.’
Nederlands
Een docent Nederlands brengt in dat het taalniveau van veel studenten te wensen over laat. Wat kun je als school hier aan doen? Rini Romme geeft een duidelijk antwoord: in de wet is vastgelegd welk taalniveau mbo-studenten minimaal behoren te hebben. Dat kunnen we te beperkt vinden, maar in dit geval is de wet leidend.
Zo blijkt dat onder medewerkers van mbo-scholen veel vragen leven over wet- en regelgeving. De MBO Brigade trekt het komende jaar het land in om op diverse locaties broedplaatsen te organiseren. Op de website van de brigade kan iedereen zelf een casus indienen. Na het indienen van een casus neemt de MBO Brigade snel contact op om te bekijken op welke manier de brigade kan helpen: door uitleg te geven, door deskundigen met elkaar in contact te brengen of door regels te schrappen.