Verzet tegen minder rigide toezichtsnormen

De Tweede Kamer heeft kritiek op een vermeende versoepeling van het toezicht op mbo-scholen. VVD-Kamerlid Lucas. ‘Als een school slecht les geeft moet je dat niet gaan verhullen door de normen bij te stellen.’

Sinds 2012 hanteert de Inspectie een verfijnd waarderingskader om de kwaliteit van een mbo-school of een opleiding te beoordelen. Het kader kent zeven kwaliteitsgebieden, variërend van het onderwijsproces, tot de kwaliteit van leraren en de financiële continuïteit van de instelling. Per kwaliteitsgebied worden in het toezichtskader diverse aspecten onderscheiden. Bij het gebied ‘Examinering en diplomering’ wordt bijvoorbeeld gekeken naar drie aspecten: het exameninstrumentarium, de afname en beoordeling van examens en de diplomering.

Indicatoren
Voor elk van die aspecten heeft de Inspectie weer indicatoren benoemd. Bij het aspect ‘Exameninstrumentarium’ (onderdeel van het kwaliteitsgebied ‘Examinering en diplomering’) worden vijf indicatoren gehanteerd. Het gaat bijvoorbeeld om het onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering, de dekking van het kwalificatiedossier en de transparantie van het geheel.

Complex
Volgens de toelichting van de Inspectie vinden de mbo-scholen dit waarderingskader te complex, maar ook te rigide. Als aan één van de indicatoren niet wordt voldaan, krijgt de school voor het desbetreffende aspect direct een onvoldoende. Het ministerie erkent dat deze strenge normering soms geen recht doet aan het totaalbeeld. Daarom kiest de minister voor een minder rigide normering: de indicatoren zijn voortaan slechts richtinggevend. De scholen de MBO-Raad zijn het eens met deze aanpassing.

Kritiek
De kritiek van de Tweede-Kamerleden Lucas (VVD) en Jadnanansing (PvdA) is niet mals. Anne-Wil Lucas meent dat een aantal van de zaken die de Inspectie controleert, nauwelijks met onderwijs te maken hebben: ‘Kijken of de handboeken op de juiste plek in de kast staan is minder interessant dan de kwaliteit van de lessen.’ Tanja Jadnanansing vindt dat een slechte school ook zo genoemd moet kunnen worden door de Onderwijsinspectie: ‘Wees open en eerlijk, daar hebben studenten en ouders recht op.’ Het nieuwe toezichtkader treedt op 1 januari 2015 in werking en is van kracht tot augustus 2016.

Foto: Claudia Otten – HMC