COLUMN | ‘Mevrouw, we zijn hier toch niet voor saus?’ Het is donderdagochtend, eind september en de tweedejaars studenten lopen een lokaal binnen, waar onze eerstejaars al zitten. Het idee is dat de eerstejaars advies gaan vragen aan de tweedejaars. Daar hebben de studenten in eerste instantie helemaal geen zin in…
Vooral de tweedejaars zien niet in wat ze hier kunnen halen. De reactie? ‘Komen we hier voor saus?’ Voor het vak Nederlands moeten ze namelijk een interview afnemen. In onze zoektocht om het onderwijs zo zinvol mogelijk te maken, hadden we bedacht om dit te koppelen aan de voorbereiding op stage. De eerstejaars gaan namelijk in februari stagelopen, voor sommigen de eerste kennismaking met de ouderenzorg. Wie kan hen daar beter over vertellen dan de studenten die vorig jaar in dezelfde positie zaten, onze huidige tweedejaarsstudenten?
Waar we normaal de ‘stormingfase’ al voorbij zijn en de groepen de onderlinge rolverdeling duidelijk hebben, worden we door de nieuwe situatie met twee groepen bij elkaar weer teruggeslingerd in het groepsvormingsproces. En nu moet iedereen zijn of haar plek op de ‘apenrots’ weer bepalen. Waar na het uitleggen van de opdracht iedereen normaal gesproken rustig aan het werk gaat, krijgen we nu 26 ideeën over hoe de les beter kan, allemaal vergezeld van het nodige gezucht en gesteun. Ons standaardantwoord klinkt: ‘We horen wat je zegt, maar houden ons aan onze eigen opdracht.’ Dit kan rekenen op veel oogrollen en wegdraaiende blikken, iedereen die met pubers werkt, weet wat we bedoelen.
Toen ze eenmaal aan de slag gingen (op ónze manier), verscheen er een glimlach op ons gezicht. Soms verbazen je eigen studenten je met welke prachtige adviezen en vragen ze komen. Er kwam van alles ter sprake: hoe gaat dat op stage? Hoe doen de docenten bij jullie? Hadden jullie ook zo’n *&$@-rooster? Dit gesprek is sowieso bijzonder: we dachten eerst dat de eerstejaars vooral veel vragen zouden hebben voor de tweedejaars. Maar omdat we bij de start van dit schooljaar met nieuw modulair onderwijs zijn gestart, hebben de tweedejaars net zoveel vragen aan de eerstejaars.
Enthousiast vertellen de eerstejaars over aspecten waar wij zelf stiekem ook best trots op zijn, zoals de excursies naar plekken waar ze met verschillende doelgroepen kennis maken, hadden de tweedejaars vorig jaar minder. Ook het AFP (Anatomie, Fysiologie en Pathologie) werd door veel studenten als ingewikkeld beschouwd. Ze moesten het lichaam eerst leren kennen, terwijl ze ook meteen met ziektebeelden te maken kregen. Dat blijkt te veel voor de breinen van onze studenten. Daarom hebben we dit nu losgekoppeld en leren ze eerst de werking en ligging van organen in het lichaam kennen. Later wordt met behulp van een casus het ziektebeeld gekoppeld. De eerstejaars vinden dit prettig, de tweedejaars zijn jaloers.
Veel tweedejaarsstudenten zeggen lachend: ‘We zijn genaaid, we zijn een jaar te vroeg met onze opleiding begonnen!’ Voor ons het ultieme compliment. Het betekent dat het nieuwe onderwijs dat we bedacht hebben, werkt! De studenten, inmiddels afgedaald van de apenrots, verlaten het lokaal druk pratend met elkaar. En volgens ons heeft niemand het gevoel gehad dat ze hier voor saus zijn geweest. Missie geslaagd!
Deze column is geschreven door een nieuw columnistenduo. Frank Hofman en Anouk Toonen zijn docent in het team van de opleiding Verzorgende-IG van het Deltion College.