Vraagtekens bij toegankelijkheid mbo-opleidingen

Groeit het aantal studenten dat niet meer geplaatst kan worden in de mbo-2-opleiding naar keuze? Onderzoek lijkt dit aan te wijzen.

Afgewezen leerlingen, bijvoorbeeld wegens een gebrek aan stageplaatsen. Het zijn signalen die vraagtekens zetten bij de toegankelijkheid van mbo-2-opleidingen. Reden voor de MBO Raad om het Expertisecentrum Beroepsonderwijs te vragen een verkennend onderzoek te verrichten naar de mate van toegankelijkheid. Onderzoekers vroegen studieloopbaanexperts en vmbo-decanen of zij, vergeleken met vorig schooljaar, knelpunten ondervinden in het aanbod aan mbo 2-opleidingen en de keuzevrijheid van deelnemers.

Toename
Uit de verkenning blijkt dat de helft van de ondervraagden een toename ziet van het aandeel deelnemers dat niet geplaatst is in de opleiding van keuze. Deze toename speelt vooral in de sectoren Zorg & welzijn en in iets mindere mate in de sectoren Techniek en Economie. Hoe groot dit percentage is, kan op basis van de beschikbare gegevens niet gezegd worden. Uit eerder onderzoek blijkt dat het aandeel deelnemers dat niet geplaatst is in de voorkeursopleiding al jaren schommelt rond de 17%.

Aanname, plaatsing en intake
Verder komt uit de verkenning naar voren dat diverse mbo-instellingen hun aanname- en plaatsingsbeleid hebben aangepast. Dit als gevolg van de veranderde wet- en regelgeving – zoals de entreeopleiding – in combinatie met arbeidsmarktontwikkelingen. Een ruime meerderheid van mbo-respondenten meldt dat de intake vergeleken met vorig jaar meer systematisch wordt aangepakt. Dit om beter te kunnen inschatten of de kandidaat geschikt is voor de opleiding.

Minder risico’s
In de perceptie van vmbo-decanen overheerst het beeld dat mbo-instellingen minder risico’s nemen, wat zij mede toeschrijven aan het feit dat het mbo wordt afgerekend op het percentage geslaagden: ‘De bekostiging achteraf zorgt dat scholen strenger aan de poort zijn.’ Ook signaleren vmbo-decanen dat mbo-scholen verschillende richtlijnen hanteren. Zij vinden dat niet in het belang van de leerling. De indruk bestaat bij decanen dat dit alles soms ongunstig uitpakt voor zorgleerlingen. Op basis van de beschikbare onderzoeksgegevens kan echter niet worden vastgesteld op welke schaal dit voorkomt en wat de consequenties ervan zijn voor uiteenlopende kandidaten vanuit het vmbo.

Oplossingen
Uit het onderzoek blijkt dat mbo-instellingen tal van maatregelen – brede opleidingen, ombuiggesprekken – treffen om het aanbod zo toegankelijk mogelijk te houden. Het is nog onduidelijk wat dit oplevert in termen van kwaliteit en rendement. Uit het onderzoek is wel duidelijk naar voren gekomen dat de toeleverende vmbo-scholen slechts ten dele op de hoogte zijn van de maatregelen en voorzieningen die de mbo-instellingen treffen.

N.B: volgende week verschijnt een brief van staatssecretaris Dekker waarin onder meer staat hoe voorkomen gaat worden dat jongeren op onjuiste gronden niet worden ingeschreven voor een opleiding aan een mbo-instelling.