‘We moeten waardevolle ideeën koesteren’

Als het aan Lotte Tunnissen ligt, krijgen mbo-studenten veel meer inbreng in het onderwijs. Niet voor niets is deze enthousiaste docente Nederlands één van de drie finalisten voor de Leraar van het Jaar. ‘Er moet iets gebeuren. Of ik nu win of niet.’

Met een aanstekelijk filmpje introduceert Lotte Tunnissen zich. Lotte in wielertenue, voor een reiswinkel met een rugzak van reuzenformaat, in een drukke winkelstraat, voor haar appartement: we zien haar in vele settings, maar steeds met dezelfde, duidelijke boodschap: als mbo-leraar moet je van vele markten thuis zijn en vaak net dat stapje extra zetten. Aan Lotte zal het niet liggen: niet alleen is ze bij ROC Nijmegen gepassioneerd docente Nederlands voor mbo-detailhandel niveau 2 tot en met 4, voor diezelfde groep leerlingen is ze ook studieloopbaanbegeleider. In die hoedanigheid vergezelde ze vorig jaar een student bij het beklimmen van de Mont Ventoux, om hem daar zijn diploma uit te reiken. Ze vindt het jammer dat de buitenwereld vaak een negatief beeld heeft van het mbo, en dan met name van niveau 2. ‘En dat terwijl deze jongeren vaak heel open en ondernemend zijn. Het is een groep die in principe veel kan bereiken, als ze de juiste vaardigheden gebruiken en verder ontwikkelen. Ik stimuleer hen daarin, door die vaardigheden positief te benoemen en hen veelvuldig te complimenteren in plaats van te bekritiseren. Daar krijgen ze veel meer zelfvertrouwen van.’

Zelf aangeven
Ander belangrijk element in Lottes aanpak is dat ze haar studenten het gevoel geeft dat er naar hen wordt geluisterd. ‘Ze kunnen zelf perfect aangeven wat ze willen en nodig hebben, maar daar moet je als docent wel open voor staan en iets mee willen doen. Als een les niet aanslaat, moet je die aanpassen. Studenten kunnen daar perfect suggesties voor doen. Sowieso hebben veel mbo’ers goede ideeën over hoe het onderwijs eruit moet zien. Een mooi voorbeeld is onze student-ambassadeur Nina Rietdijk, die meedeed aan de Uitblinker-verkiezingen. Zij stelde voor om studenten sectoroverstijgend van elkaar te laten leren. Bijvoorbeeld door studenten van een zorgopleiding EHBO-lessen te laten geven aan andere mbo’ers. Dit soort ideeën moeten we koesteren en uitventen.’

Lerarenopleiding
Dit is ook precies waar Lotte werk van wil maken, mocht ze Leraar van het Jaar worden. ‘Ik wil de Uitblinker-wedstrijden nog meer benutten om mbo’ers te stimuleren op een positieve manier met hun opleiding bezig te zijn en het imago van het mbo een flinke impuls te geven. Want het mbo moet meer gewaardeerd worden. Dat begint al bij de lerarenopleiding. Nu is deze vooral gericht op lesgeven in het voortgezet onderwijs. Dat moet echt anders, want een leraar die is opgeleid voor lesgeven in het voortgezet onderwijs kan niet automatisch ook lesgeven op het mbo. Dat vereist hele andere competenties. Daarom zou ik graag samen met lerarenopleidingen kijken: wat heeft een mbo-docent aan scholing nodig en hoe kun je daar als lerarenopleiding op inspringen?’

Aan de slag
En als ze geen Leraar van het Jaar wordt? ‘Dat zou natuurlijk jammer zijn, want die titel opent wel deuren voor mij. Maar ik wil hoe dan ook aan de slag met mijn ideeën voor het mbo. Ik houd te veel van mijn vak om er níet iets mee te doen. Er moet gewoon iets gebeuren, of ik nu win of niet.’

Lees ook de interviews met de andere finalisten: Merel Brugman en Roxanne van den Boogaard

Foto: Fred Ernst/Onderwijscoöperatie