In de Tweede Kamer zijn nauwelijks volksvertegenwoordigers te vinden die een opleiding hebben gevolgd op het mbo. Toch zijn er enkele Kamerleden die hun mbo-achtergrond onderdeel hebben gemaakt van hun persoonlijke campagne.
Zoals Derk Boswijk, die als nummer 14 van het CDA afgelopen maart in de Tweede Kamer werd gekozen. De nu 32-jarige Boswijk volgde de vmbo-opleiding aan het Driestar College in Gouda. Na het vmbo wilde hij niets liever dan het leger in. Het werd mbo-bouwkunde makelaardij, omdat het perspectief bij Defensie op dat moment niet goed was. Boswijk: ‘Het was een opleiding waar ik erg heb moeten zoeken naar motivatie. Het hielp ook niet dat een docent het jaar begon met de mededeling dat de meesten van ons in de december al niet meer zouden rondlopen op de opleiding. Dat zeg je toch niet?’
Veel geleerd
Het motiveerde de jonge docent om harder te werken. In zijn vrije tijd werkte hij bij een makelaarskantoor: ‘Ik kon door mijn mbo-opleiding goed CAD-tekenen en ben toen handig geworden in het schetsen van bouwplattegronden. Toen ben ik op mijn 16e voor mijzelf begonnen. Het was niet makkelijk, maar ik heb veel geleerd.’
Lange leerroute
Door zijn ervaringen in de praktijk lukte het Boswijk om met relatief gemak in de avond een hbo-diploma bouwtechnische bedrijfskunde te behalen. ‘Het was een lange leerroute, die ik niet snel iemand zal aanraden, maar ik heb er wel de Tweede Kamer mee bereikt. Dat maakt me erg trots.’
Diversiteit
De Tweede Kamer is geen afspiegeling van de Nederlandse samenleving, zegt Boswijk. ‘In de discussie over diversiteit in de Tweede Kamer gaat het vaak over man, vrouw, afkomst. Dat is ook echt heel belangrijk. Maar ik zou de nadruk ook willen leggen op opleidingsniveau. Want dat is veel bepalende voor hoe je in Nederland behandeld wordt. En ik merk dat de Tweede Kamer mensen met een praktijkachtergrond nodig heeft om Nederland te begrijpen en beter te maken.’
Lees een uitgebreid artikel over MBO’ers in de politiek in de nieuwe MBO-krant