Wet NLQF: ‘We moeten het hokjes-denken loslaten’

Op 1 januari 2025 treedt de Wet NLQF in werking. Daarmee krijgt het Nederlands Kwalificatieraamwerk – de generieke inschaling van formele opleidingen en de, op vrijwillige basis aangevraagde, inschaling van de non-formele opleidingen – een wettelijke basis. MBO-today sprak aan de vooravond van de inwerkingtreding met Tijs Pijls en Frederike Jansen van het Nationaal coördinatiepunt NLQF over het belang van ontschotten, het verbinden van arbeidsmarkt en onderwijs en het ongekende talent dat Nederland in potentie heeft.

De Wet Nederlands Kwalificatieraamwerk (NLQF) is bedoeld om formele en non-formele opleidingen qua niveau vergelijkbaar te maken en daarmee LLO en arbeidsmobiliteit te bevorderen. Het vaststellen van het niveau gebeurt bij formele opleidingen automatisch; non-formele opleidingen kunnen dit op vrijwillige basis doen. Doordat opleiders het niveau van hun kwalificaties vastleggen en zichtbaar maken, kunnen werkgevers de juiste mensen aannemen en passende scholing aanbieden aan werknemers. Werknemers kunnen aantonen wat de waarde van hun diploma is. Het NLQF is afgeleid van het European Qualification Framework (EQF) en zag 12,5 jaar geleden het levenslicht. Per 1 januari 2025 heeft het NLQF een wettelijke basis. Inmiddels gebruiken al meer dan negentig opleiders het raamwerk en zijn al zo’n driehonderd non-formele kwalificaties ingeschaald. Al het overheidsgereguleerde (formele) onderwijs is inmiddels generiek ingeschaald.

Food for thought

Om deze mijlpalen te vieren, organiseerde het Nationaal coördinatiepunt NLQF de afgelopen maanden onder andere een strategische lunch (10 oktober) en een diner pensant (12 november). Bij de lunch verkenden Tweede Kamerleden, ministeries, vertegenwoordigers uit de wetenschap, brancheverenigingen en vakbonden en onderwijsexperts de toekomst van de arbeidsmarkt en Leven Lang Ontwikkelen (LLO) en bespraken wat de rol en de bijdrage zijn die het Nederlands Kwalificatieraamwerk NLQF bij deze ontwikkelingen kan spelen. Voorafgaande aan elke gang kregen de gasten prikkelende ‘food for thought’ geserveerd door Bert Beun (voorzitter Raad van Advies van het Nationaal coördinatiepunt NLQF), onderzoekers van TNO en gastsprekers Jeroen Stolk (Managing Director Programmabureau Luchtvaart) en Prof. Dr. Wieger Bakker (Universiteit Utrecht). Bij het diner in november gingen opleiders met elkaar het gesprek aan en zorgden onder andere Ciel Stevens-Meewis (NRTO), Henk Hanssen (SVGO – GAan in de Bouw) en Yvonne Vogelenzang (Ministerie SZW) voor prikkelende inzichten.

Ontschotten

‘Bij die twee bijeenkomsten kwam duidelijk naar voren dat het NLQF veel perspectief kan bieden’, vertelt Tijs. ‘Maar om die volle potentie te benutten, is nog wel wat werk te verzetten. Het gaat dan allereerst om het ontschotten van ons onderwijs. Bij de strategische lunch hield Wieger Bakker een pleidooi hiervoor. Hij stelt dat sturingsmechanismen in ons onderwijs al decennia ongewijzigd zijn. Vernieuwen gebeurt alleen binnen de sectoren en binnen bestaande kaders en onderverdelingen. Overal staan schotten: tussen het wetenschappelijk onderwijs, hbo en mbo, tussen secundair en tertiair onderwijs en tussen formeel, informeel en non-formeel. Hoe kun je dan doorlopend leren?’

Daarom pleit Bakker voor een LLO-ecosysteem, waarin kennis- en opleidingsinstellingen, overheden, publieke instellingen, bedrijven, belangengroepen en werkenden en werkzoekenden met elkaar verbonden zijn en samenwerken vanuit hun eigen positie en verantwoordelijkheden. Ze versterken elkaar en dragen gemeenschappelijk bij aan het bereiken van gemeenschappelijke doelen. ‘Dat bereiken we als we het hokjes-denken loslaten’, onderstreept Tijs. ‘We moeten niet denken in termen van “formeel”, “non-formeel” enzovoorts, maar juist kijken hoe we complementair aan elkaar kunnen zijn.’

Toepassingen in de praktijk

‘Het heeft voor alle partijen ook echt meerwaarde om het gesprek aan te gaan en concrete voorbeelden te delen over hoe we elkaar kunnen aanvullen’, vindt ook Frederike. ‘Dat merken we bij elke bijeenkomst die we organiseren. Het raamwerk zelf is heel theoretisch. Er zijn allerlei regels en richtlijnen aan verbonden. Het is ook al 12,5 jaar geleden naar Nederland gekomen met het idee om het in de wetgeving te verankeren. Maar nu zien en horen we ook wat het in de praktijk heeft gedaan. Die toegepaste verhalen werken erg stimulerend. Zo vertelde opleider Henk Hanssen (SVGO – GAan in de Bouw) bij het diner pensant heel levendig over alle non-formele kwalificaties die ze hebben ingeschaald. Werknemers kunnen hiermee sneller en flexibeler worden toegerust voor nieuwe functies. En uiteraard zijn ze hartstikke trots op het diploma. Dan gaat het NLQF-raamwerk echt leven!’

Ongekend talent

Het NLQF heeft inmiddels al aardig wat enthousiaste pleitbezorgers. ‘Nederland heeft veel ongekend talent’, vertelt Tijs. ‘Zij kunnen voor hun doorontwikkeling het beste terecht bij private aanbieders. Neem bijvoorbeeld mensen met een lichte afstand tot de arbeidsmarkt. Die hebben veel in hun mars, maar kunnen vaak beter bediend worden in een andere setting dan die van een grote onderwijsinstelling. Verder zijn er allerlei kleine specialistische opleidingen die niet door ROC’s worden aangeboden. Dat is immers niet rendabel. Bedrijfsvakscholen bieden deze opleidingen wél aan. Dat gebeurt met veel kennis en verstand van zaken. De een is dus complementair aan de ander. Beter is dan om de samenwerking met elkaar aan te gaan. Vaak hebben ROC’s ook een rol bij de uitvoering van bedrijfsschool- opleidingen of brancheopleidingen. Er zijn talloze voorbeelden van dergelijke mooie privaat-publieke samenwerkingen. GAan in de Bouw bijvoorbeeld.’

‘Als je de handen ineenslaat, kun je een zeer brede doelgroep bedienen en sneller adequaat inspringen op de behoeften en wensen van de arbeidsmarkt’, vult Frederike aan. ‘Dat is goed voor de BV Nederland, zoals Bert Beun, voorzitter van onze Raad van Advies, bij de kennislunch stelde. Bert vertelde dat het NLQF-raamwerk het opleidingsgebouw compleet maakt en een bijdrage aan de inclusieve toegankelijke arbeidsmarkt levert. Het biedt dus kansen op echte samenwerking tussen bekostigd en onbekostigd onderwijs in regionale ecosystemen. Er is geld genoeg, stelt Bert. Maar veel van dit geld blijft op de plank liggen, door al die schotten waarover Tijs het net al had. Halen we die weg, dan kan iedereen zich ontwikkelen op een manier die het beste bij hem of haar past en ook nog eens ten goede komt aan de arbeidsmarkt.’

Borging van een beweging

Dat er op 1 januari ineens heel veel verandert, nuanceren Tijs en Frederike. ‘Dit is een beweging die al 12,5 jaar bezig is’, stelt Tijs. ‘De inwerkingtreding van de Wet NLQF is een borging ervan. Echt tastbaar wordt het pas bij de eerste diploma-uitreikingen. Dan zie je op je diploma voor Kapper MBO 2 het NLQF-niveau staan. Ik hoop dat veel studenten dan dat papiertje in handen hebben en beseffen dat dit ook voor hen veel kansen biedt als het gaat om een betere positie op de arbeidsmarkt. Het zou ook mooi zijn het voor hen een drive is om verder te willen leren.’

LLO-competenties

Daar ligt ook nog wel een rol voor bekostigde mbo-opleidingen, vindt Tijs. ‘Besteed bij je opleidingen ook aandacht aan de competenties die handig zijn als je je wil doorontwikkelen. Je leert op het ROC ook om een goede burger te worden, terwijl het ook belangrijk is om een goede beroepsbeoefenaar te worden. Voor jezelf, voor je werkgever, maar ook voor de BV Nederland. Dit zou bijvoorbeeld onderdeel kunnen zijn van Loopbaanontwikkeling en -Begeleiding (LOB).’

Leven Lang Ontdekken

‘Dat past ook mooi bij het gegeven dat iemand niet zijn hele leven lang hetzelfde werk doet’, vult Frederike aan. ‘Waar je nu een beroepsopleiding voor volgt, is waarschijnlijk niet de baan die je je hele leven lang gaat uitoefenen. Zo gaf Jeroen Stolk bij de lunch het voorbeeld van de jonge beveiligers op Schiphol. Zij draaien veel onregelmatige uren en als zij na een aantal jaar werken het traditionele beeld van settelen en kinderen krijgen volgen, dan gaan ze zich vaak toch opnieuw oriënteren. Werkgevers moeten hierop vanuit goed werkgeverschap eerder inspelen. Goed werkgeverschap, eigen regie van de werknemer en een breed palet aan opleidingen gekoppeld aan het NLQF maken LLO – Leven Lang Ontdekken, aldus Stolk – zo mogelijk. Uit het rijke opleidingsaanbod – formeel, non-formeel, bekostigd, niet-bekostigd, privaat – kies je waar je echt blij van wordt en baat bij hebt!’

Op donderdag 12 december organiseert het NCP NLQF een voorlichtingsbijeenkomst over de opleidingsniveaus met NLQF. Meer weten of aanmelden? Klik dan
hier.

Lees ook:
Eerste Kamer stemt in met wetsvoorstel NLQF
Voorlichting over de meerwaarde van het NLQF-raamwerk