De reacties op het plan van minister Bussemaker om het mbo kleinschaliger te organiseren lopen sterk uiteen. Naast de kritiek van de MBO Raad zijn er ook positieve geluiden te beluisteren.
Vooral scholen die het onderwijs al kleinschalig georganiseerd hebben, zijn positief over de plannen van Bussemaker. Volgens Sjouke Tuinier van ROC de Friese Poort, een school met diverse kleine vestigingen, is het een goede zaak om een einde te maken aan de grote scholen in het mbo. ROC De Friese Poort wil de vestigingen – o.a. in Drachten, Leeuwarden en Emmeloord – beter herkenbaar maken als scholen voor bijvoorbeeld ‘Techniek’ en ‘Zorg en Welzijn’. Het kleinschalige ROC Top uit Amsterdam, voormalig onderdeel van megaschool Amarantis begrijpt Bussemaker ook: ‘Als kleinschalig mbo ondersteunen wij het plan van harte’, aldus woordvoerder Peter van Leeuwen.
Verplichting
Een grote mbo-school als het ROC van Twente (zo’n 20.000 leerlingen) is al in kleinere eenheden georganiseerd. De school heeft dan ook wel begrip voor Bussemakers plan, maar hikt aan tegen een nieuwe wettelijke verplichting: ‘We zitten niet te wachten op het aanvullen van wet- en regelgeving om kleinschaligheid af te dwingen’, zegt de voorzitter van ROC Twente.
Geen garantie
De Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) wijst er op dat schaalverkleining niet de oplossing is voor de problemen in het mbo. ‘Kleinschaligheid kan een positief effect hebben. Maar het alleen veranderen van het organisatiemodel van de school is niet voldoende. Niet alleen de docenten en het management van de opleiding moeten zo dicht mogelijk bij de student staan, ook het college van bestuur moet weten wat er allemaal op de instelling speelt.’
Bedrijfsleven
Vanuit het bedrijfsleven wordt positief gereageerd op de plannen. Volgens voorzitter Titia Sietsema van de Uneto-VNI, de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche, wordt het voor studenten straks makkelijker een technische opleiding te vinden: ‘Als je iets in de installatiesector wil gaan doen, zitten opleidingen vaak verborgen in een grotere opleiding. Als je een klein techniekcollege hebt, kun je daar veel gerichter gaan zoeken.’ Sietsema herkent zich niet in de kritiek van Van Zijl. ‘Wij hebben onlangs met een aantal branches een convenant ondertekend waardoor twee grote MBO-colleges een techniekcollege gaan oprichten. De minister ondersteunde dat en gaf aan dat als het een succes wordt, ze openstaat voor meer van dit soort initiatieven.’
Wetenschap
Steun komt er ook vanuit de wetenschap. Louise van de Venne, docent Onderwijskunde aan de Universiteit van Utrecht, deed eerder onderzoek naar het mbo. Zij denkt dat Bussemaker wel een punt heeft. ‘Kleinschaliger is prettiger voor leerlingen’, zegt ze. ‘Ook in de bebouwing. Het is fijn als bepaalde groepen leerlingen en docenten bij elkaar zitten, zoals bijvoorbeeld op het ROC Midden Nederland.’