Afgelopen maandag, 24 april, is Coen Free op 72-jarige leeftijd overleden. Haye van der Werf schrijft een persoonlijke nagedachtenis.
Tot zijn pensionering was Coen voorzitter van het College van Bestuur van het Koning Willem I College in den Bosch, maar nadien heeft hij bepaald niet stil gezeten. Elders, onder meer in het Brabants Dagblad, wordt uitvoerig stil gestaan bij de kwaliteiten en prestaties van Coen. Voor het onderwijs, de stad den Bosch in het algemeen en Jheronimus Bosch in het bijzonder.
Family man
Voor mij is Coen vooral de ‘family man’ op zoek naar de bron van kennis, de essentie van de zaak en de leef- en leerwereld van studenten. Maar natuurlijk was hij allereerst de ‘pater familias’ van het eigen gezin. Altijd sprak hij met genegenheid, trots en vertederd over zijn echtgenote Ted en zijn kinderen. Daarnaast was hij de familieman voor en liefst ‘pater familias’ van veel andere ‘communities’ die hij zelf oprichtte of mee initieerde. Het Consortium voor Innovatie is er daar één van. In 1992, vijfentwintig jaar geleden, was hij met een aantal andere directeuren, de oprichter van deze club die een belangrijke bijdrage heeft geleverd – en nog doet – aan de ontwikkeling van het mbo in Nederland.
Inspirator
Niet voor niets hebben zijn collega’s hem destijds benoemd tot ‘Life-long president’. Immers Coen was de inspirator en – licht ijdele – voorman die in binnen- en buitenland de richting wees en het Consortium representeerde. Dankzij hem werden de relaties gelegd met de “League voor Innovation”, de zusterorganisatie in de Verenigde Staten. De studiereizen naar de Community Colleges aldaar en het bezoek van vele Nederlandse managers en docenten aan de conferenties van de League waren en zijn een belangrijke inspiratiebron voor de vormgeving van het beroepsonderwijs en de opleidingencentra in Nederland.
Community
Voor hem was het Koning Willem I College (KWIC) ook of juist de ideale ‘community’: een grote leergemeenschap voor studenten, docenten, managers, medewerkers en stakeholders in de regio. Door zijn visie, inzet en betrokkenheid heeft hij, ook samen met Yvonne Moerman en anderen, van dit College misschien wel het prototype gemaakt van wat ons destijds voor ogen stond bij de totstandkoming van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs en de ROC’s. Maar naast het Consortium en het KWIC was Coen, vanuit zijn interesses, betrokken bij veel andere initiatieven. Zoals de Edward de Bono Foundation en recent de ‘GO-methode’ voor Gedroomd Onderwijs. Nog vorig jaar heeft hij in zijn boek “Crealucion” verslag gedaan van zijn bezielde zoektocht naar de heilige graal: gedroomd onderwijs en dus optimale talentontwikkeling voor àlle kinderen.
Wars van structuren
Al die activiteiten en de mensen die hij daartoe samen bracht laten zien hoezeer Coen de ideale ‘family man’ en ‘pater familias’ kon zijn. Hij was wars van grote structuren en rationeel machtsdenken. ‘Boven de rivieren’, in het landelijk gestructureerd overleg was hij ook niet op zijn best. Liever sprak hij één-op-één met bewindslieden en Kamerleden of, nog liever, nodigde hij ze uit om ter plekke, in de school, de praktijk te ervaren.
Coen leeft voort in zijn nagelaten werk en zijn geest die nog steeds voelbaar is in het KWIC, het Consortium en andere instellingen en initiatieven. Maar niettemin is het gemis, vooral ook voor zijn familie, groot.
Haye van der Werf