Onder leraren is onrust ontstaan over de procedure die gekozen is voor de verkiezing van de afvaardiging van de deelnemersvergadering voor het lerarenregister. Er zijn inmiddels zelfs Kamervragen over de kwestie gesteld.
Midden in de periode dat leraren kunnen stemmen op hun favoriete kandidaat voor het ‘registerparlement’ is ophef ontstaan over de gekozen procedure. De kritiek heeft met name betrekking op de selectie van de stemgerechtigden. De Onderwijscoöperatie, de organisator van de verkiezingen, heeft ervoor gekozen om iedereen die zich op enig moment heeft aangemeld voor het register te laten meestemmen. Dat betekent dat ook niet-leraren die zich hebben aangemeld een stemcode hebben gekregen.
Nieuwsgierigheid
Op de site van de Onderwijscoöperatie valt te lezen dat iedereen die zich heeft aangemeld bij het register is uitgenodigd om te stemmen. Letterlijk staat er: ‘In die groep kunnen personen zitten die geen leraar zijn, maar zich bijvoorbeeld vanuit nieuwsgierigheid wel als leraar hebben ingeschreven. Er wordt door het bestuur van de Onderwijscoöperatie op vertrouwd dat deze personen geen gebruik zullen maken van de toegestuurde stemcode.’ Uit cijfers van mei 2017 bleek dat 39.000 leraren de aanmeldprocedure voor het register volledig hadden afgerond. Het aantal stemgerechtigden is met 83.000 ruim twee keer zo groot.
Zwemdiploma
Michel Rog, namens de CDA-fractie eerder groot voorstander van de registerwet, heeft naar aanleiding van de ophef Kamervragen gesteld. Rog wil onder andere van staatssecretaris Dekker weten of hij kan ‘bevestigen dat leraren die een zwemdiploma als bewijsstuk voor hun bevoegdheid hebben ingediend (…) een stemcode hebben ontvangen waarmee zij onreglementair konden stemmen voor de verkiezing van de 24 afgevaardigden?’ Ook is Rog benieuwd of het klopt dat aanbieders van cursussen waarmee leraren punten kunnen verwerven een stemcode hebben ontvangen.