De studiekeuze van jongeren kan sterk beïnvloed worden door expliciete informatie over de arbeidsmarktkansen van opleidingen. Het is belangrijk dat scholen en ouders meer sturen op de studiekeuze van jongeren.
Dat blijkt uit het onderzoek ‘De rol van arbeidsmarktinformatie bij de opleidingskeuze van mbo’ers’ van het Researchcentrum onderwijs en arbeidsmarkt (Roa) van de universiteit van Maastricht. In dit onderzoek is bekeken in hoeverre jongeren zich bij hun studiekeuze laten leiden door informatie over de kans op werk. Dit blijkt nog maar in beperkte mate het geval te zijn. De opleidingskeuze van mbo’ers wordt meer bepaald door wat men leuk vindt en door wat men goed kan.
Hoger loon
Uit het onderzoek blijkt dat jongeren die de kans op werk wel sterk hebben laten meewegen bij hun studiekeuze een gunstigere arbeidsmarktpositie hebben: ze hebben vaker werk en verdienen een hoger loon. Ook hebben ze vaker werk dat aansluit op de studierichting en zijn ze meer tevreden met hun baan. Zij rapporteren tevens minder vaak spijt te hebben van hun opleidingskeuze.
Negatieve oordelen
Volgens Didier Fouarge, onderzoeker van het Roa, zou het een goede zaak als jongeren beter voorgelicht zouden worden over de arbeidsmarktkansen van opleidingen. Als dat op de juiste manier gebeurt, zijn studenten daar zeer gevoelig voor. Jongeren worden vooral beïnvloed voor negatieve oordelen. Een studie die wat kans op werk betreft het predicaat ‘slecht’ krijgt, wordt niet snel door jongeren gekozen.
Zelfontplooiing
Fouarge pleit voor meer sturing door school en ouders op de studiekeuze van jongeren. In de NRC zegt hij: ‘Het is goed dat zelfontplooiing een rol speelt in de opleiding, maar het is een illusie geheel te vertrouwen op de zelfsturing van het kind.’
Lees ook:
– SER wil alleen opleidingen met goede arbeidsmarktkansen
– Meer informatie leidt tot betere studiekeuze