De methodiek waarbij scholen extra beloond worden naarmate zij erin slagen om studenten op een hoger niveau te laten afstuderen krijgt geen vervolg. Scholen blijken niet overweg te kunnen met de indicator voor ‘studiewaarde’.
In de nieuwe kwaliteitsafspraken, die voor de periode 2019-2022 gaan gelden, is geen plek meer ingeruimd voor de indicator voor studiewaarde. Sinds 2016 worden scholen financieel afgerekend op de diplomaniveaus die studenten behalen. De indicator voor studiewaarde was zo ingericht dat scholen die erin slagen om studenten op een hoger niveau dan verwacht af te laten studeren extra geld krijgen. Scholen worden zo gestimuleerd om studenten op een zo hoog mogelijk niveau een diploma te laten behalen.
Ingewikkeld
De methodiek voor studiewaarde werd door velen als erg ingewikkeld beschouwd. In rapportages van MBO in Bedrijf werd meerdere keren vastgesteld dat scholen moeilijk overweg kunnen met de indicator. Het was voor scholen moeilijk om hun beleid hierop in te richten. De meeste scholen streven er al naar om hun studenten op een zo hoog mogelijk niveau te laten afstuderen. Voor sommige vakscholen was het lastig dat bijna alle studenten al op niveau 4 een diploma behalen. Verbetering is dan onmogelijk.
Bestuursakkoord
In het nieuwe bestuursakkoord dat de MBO Raad en het ministerie van Onderwijs op 7 februari ondertekenden is niets meer terug te vinden over ‘studiewaarde’. Ton Heerts, voorzitter van de MBO Raad, zei hierover tegen MBO Today: ‘Wat betreft studiewaarde verdwijnt het ingewikkelde systeem van financiële afrekening. Niemand begreep die methodiek.’ Op basis van de indicator voor studiewaarde werd aanvankelijk een bedrag van € 90 miljoen over de scholen verdeeld.