Investeren in onderzoek maakt het mbo toekomstbestendig

Na eerdere edities in Zwolle (2015) en Rotterdam (2017) was op 21 november het ROC van Twente gastheer van de Mbo Onderzoeksdag. In De Gieterij in Hengelo gingen docenten en onderzoekers op zoek naar kennis en ervaringen. Met een keuze uit zeventig onderzoeken, drie masterclasses en twee inloopspreekuren, vergde dat nog wel enig puzzelwerk vooraf.

Onderzoek in het mbo leeft. Dat blijkt onder andere uit het gestaag groeiende aantal practoraten binnen mbo-scholen: met momenteel 38 actieve practoraten is de mijlpaal van 50 in zicht. ‘Dat de sector er zelf uit haar beperkte middelen tien miljoen euro voor heeft vrijgemaakt, zegt eveneens veel over het belang dat het mbo eraan hecht’, aldus John van der Vegt, bestuurslid van de stichting Ieder mbo een practoraat. Hij voegt eraan toe dat een pamflet beschikbaar is, dat het zelfbewustzijn ten aanzien van het thema onderzoek wil vergroten en een gedeelde visie op onderzoek wil ontwikkelen.

Toegankelijk

In datzelfde kader is het belangrijk om verworven kennis uit onderzoek over het mbo toegankelijk te maken, stelt Jelle Kaldewaij van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek. Zijn opmerking past perfect in het dagthema: kennis met elkaar delen. Van presentatoren richting de deelnemers, én andersom. Die kennisuitwisseling kwam zeker tot stand in de presentatie van Jikke Nales van het VISTA College. Het bevreemde haar dat leerlingen op de basisschool een dag- en een weekplanning kunnen maken, terwijl ze die zelfstandigheid veelal op het mbo niet laten zien. Hoe komt dat en wat is daaraan te doen? Naar aanleiding van haar onderzoek onder vmbo-leerlingen pleit Nales voor een doorlopende begeleidingslijn die de overgang tussen vmbo en mbo vergemakkelijkt. Ze wil bruggen bouwen en meer samenwerking zoeken. Dat blijkt een algemeen streven, na afloop vindt haar visitekaartje gretig aftrek.

PDG-cursus

Docenten die een promotieonderzoek willen starten kregen via de presentatie van Michel Jehee (mboRijnland) meer inzicht in wat daarbij komt kijken. Zoals het vinden van een promotor en het erkend krijgen van de maatschappelijke relevantie van het onderzoek (in zijn geval: uitval van zij-instromende vak-experts die zonder formele bevoegdheid lesgeven in het mbo) door de universiteit. Geduld speelt eveneens een rol: het is een lang traject waarbij anderen vaak bepalen hoe snel je kunt gaan. Jehee zit nog midden in zijn onderzoek, maar ziet wel dat niet alle zij-instromers uit overtuiging voor het docentschap kiezen. Dat mbo-scholen vaak lang wachten met het regelen van de PDG-cursus voor hen, helpt de zij-instromers evenmin.

Out of the box

Verbetering van het mbo-onderwijs kan op vele manieren, zo bewijzen de presentaties. Professionalisering van docenten, een beter inzicht in de mogelijkheden van studenten, het samen met het bedrijfsleven onderzoeken van de beste verbinding tussen opleiding en praktijk; elk workshoponderwerp kan op veel aandacht rekenen. Is design thinking bijvoorbeeld het ei van Columbus? ‘Design thinking betekent alle kaders loslaten, het probleem vaststellen en daarvoor out of the box de beste oplossing vinden’, zo legt Ineke Moonen van ROC Nijmegen uit. ‘Die vervat je in een prototype en dat test je vervolgens uit. Het idee is daarbij om je prototype niet te gaan verdedigen, maar juist open te staan voor feedback om je oplossing nog beter te maken.’

Appeltaart

Feedback is ook de kern van de Critical Friends-methode die lector Alexander Grit heeft uitgewerkt in het lectoraat Ondernemen in Verandering van Alfa College en Hanzehogeschool Groningen. ‘Studenten kiezen hierbij mensen uit hun eigen omgeving om hen te prikkelen als een innovatieve ondernemer te denken. Dat kunnen medestudenten zijn, maar ook een tante.’ Grit vertelt het vermakelijk: ‘De critical friend is écht je vriend. Hij drinkt koffie met je en brengt zelfs appeltaart mee. Maar hij is kritisch. Als een student zijn eigen plan een zeven geeft, vraagt de vriend om daar een acht of een negen van te maken. Kan dat niet, dan is het plan simpelweg niet goed genoeg en zal die vriend de student aansporen iets nieuws te verzinnen.’

Eigenheid

Na afloop van de workshops dromt iedereen weer samen in de hal, waar een panelgesprek de dag afsluit. De toon is optimistisch. Zo laat Bas Derks (ministerie OCW) weten dat practoraten vanuit het Regionaal Investeringsfonds mbo de komende jaren op financiële steun mogen blijven rekenen. Han Smits (stichting Ieder mbo een practoraat) ziet steeds meer docenten die actief betrokken zijn bij onderzoek en het bovendien als een verrijking van hun vak ervaren. Er wordt daarnaast een lans gebroken voor meer samenwerking met hbo en universiteit, zonder dat het mbo-onderzoek daarbij zijn eigenheid verliest. Het bedrijfsleven reageert eveneens positief op de toenemende onderzoeksactiviteiten in het mbo, stelt Derks: ‘Er is zelfs sprake van een gevoelde urgentie vanuit het bedrijfsleven. Door in onderzoek te investeren, maakt het mbo zich toekomstbestendig.’

Lees hier het pamflet ‘Naar een gedeelde en integrale visie op onderzoek over, met en in het mbo

Lees ook: Via praktijkgericht onderzoek naar beter onderwijs