Grote investeringen in digitalisering, leven lang ontwikkelen en publiek-private samenwerking: via het Groeifonds geeft de overheid de komende jaren een flinke impuls aan het beroepsonderwijs.
Bij de tweede ronde van het nationaal groeifonds zijn diverse projecten die betrekking hebben op het mbo in de prijzen gevallen. Het gaat in de eerste plaats om de zogenaamde LLO-Katalysator, waarvoor maar liefst 400 miljoen euro is gereserveerd. Hiermee kunnen onderwijsinstellingen extra onderwijsaanbod ontwikkelen voor volwassenen die zich willen bijscholen. Onderdeel van het plan is een LLO-Radar, die permanent de behoefte aan vaardigheden op de arbeidsmarkt peilt. Met dat inzicht kunnen scholen een passend aanbod ontwikkelen.
Energietransitie
De LLO-Katalysator richt zich allereerst op de energiesector. Ook zonder radar is duidelijk dat in die sector tekorten zijn. De gezamenlijke mbo-scholen, hogescholen en universiteiten willen de komende vijf jaar 40.000 professionals bereiken. Pieter Duisenberg namens de universiteiten: ‘Door de toekenning uit het Groeifonds kunnen we grote groepen professionals opleiden die allemaal bijdragen aan de maatschappelijke uitdagingen waar we voor staan, zoals de energietransitie. Een betere investering in een gezonde kenniseconomie is er niet.’ Adnan Tekin, voorzitter van de MBO Raad, voegt hieraan toe: ‘Leven lang ontwikkelen moet publiek laagdrempelig zijn. Iedereen die wil en kan bijleren, moet bij wijze van spreken om de hoek een school binnen kunnen stappen.’
Digitalisering
Het programma ‘Digitaliseringsimpuls Onderwijs’ kan daarnaast de komende jaren op extra investeringen rekenen. Het gaat in eerste instantie om 140 miljoen euro. Voor het vervolg is 420 miljoen euro voorwaardelijk toegezegd. Met dit geld willen de onderwijsinstellingen onder andere het online onderwijs professionaliseren. De scholen gaan werken aan een veilige, gezamenlijke ICT-infrastructuur. Ook kunnen docenten hun digitale vaardigheden bijspijkeren. Daartoe gaan scholen een ‘Center for Teaching & Learning’ inrichten. Daar kunnen docenten terecht voor advies en training. In een eerste fase zullen twintig mbo-scholen, hogescholen en universiteiten zo’n Center inrichten. Op termijn is het de bedoeling dat alle 113 onderwijsinstellingen deze voorziening krijgen. Analisten verwachten dat vooral het mbo zal profiteren van deze impuls. Volgens Andries Knol, voorzitter van de beroepsvereniging van mbo-opleiders, is het belangrijk dat de overheid het onderwijs ondersteunt bij digitalisering: ‘Met een eigen ICT-basisstructuur voor het mbo, hbo en wo zorgen we ervoor dat onderwijsgelden echt bij het onderwijs belanden en niet bij de techreuzen.’
Publiek-private samenwerking
Een derde project richt zich op opschaling van de publiek-private samenwerking in het beroepsonderwijs. In dit project, dat een voorwaardelijke financiering heeft gekregen, gaat het om het verdiepen van al langer bestaande samenwerkingsverbanden tussen werkgevers en scholen. In het mbo worden deze projecten op dit moment vooral gefinancierd via het Regionaal Investeringsfonds. Met de middelen uit het groeifonds kunnen deze samenwerkingsverbanden opschalen, zodat ze uiteindelijk zelfvoorzienend worden. Voor het project is 200 miljoen euro aangevraagd. De commissie, onder voorzitterschap van Jeroen Dijsselbloem, vindt de opschaling een goed idee, maar ziet graag een nader uitgewerkt plan.
Bekijk hier alle informatie over het Nationaal Groeifonds
Lees ook: Nationaal Groeifonds zet in op leven lang ontwikkelen