Het bindend studieadvies in het mbo, in werking getreden in 2017, blijft voorlopig bestaan. Volgens minister Dijkgraaf kan het advies voor zowel student als school meerwaarde hebben. Hij wil wel dat scholen het instrument op een betere manier gaan inzetten.
Dat schrijft minister Dijkgraaf in een brief aan de Tweede Kamer. In de brief verwijst hij naar de afspraak uit het coalitieakkoord over het bindend studieadvies in het mbo. In dat akkoord is vastgelegd dat de minister zo snel mogelijk de voor- en nadelen van het studieadvies evalueert. Op basis daarvan kan hij een nieuwe afweging maken over met name het bindende gedeelte van het advies. Op basis van vooral de uitkomsten van de monitor ‘Wet vroegtijdige aanmelddatum en toelatingsrecht’ heeft de minister besloten om het bindend studieadvies ‘vooralsnog te behouden als instrument binnen het mbo’.
Verrassend
Het besluit van de minister mag enigszins verrassend genoemd worden. Zijn partij, D66, is altijd kritisch geweest over het bindende karakter van het studieadvies. Volgens Paul van Meenen, sinds jaar en dag D66-onderwijswoordvoerder, misbruiken scholen het advies om minder kansrijke studenten te weren. Het besluit van minister Dijkgraaf om het studieadvies desondanks te behouden is met de nodige slagen om de arm genomen. Zo blijft het advies ‘vooralsnog’ behouden, hetgeen impliceert dat dit besluit ook weer herzien kan worden. Daarbij gebruikt de minister ook het argument dat door de coronabeperkingen scholen nog weinig ervaring hebben opgedaan met het studieadvies.
Meerwaarde
Volgens Dijkgraaf kan het studieadvies echter voor zowel de student als de school een duidelijke meerwaarde hebben. Scholen moeten het instrument wel op de juiste manier inzetten. De minister wil de uitvoering van het studieadvies meer in lijn brengen met de bedoeling van het instrument: ‘ervoor zorgen dat de student met de juiste begeleiding een passende opleiding kan voltooien’. Scholen moeten daarom meer werk maken van de begeleiding van studenten, eventueel ook naar een andere opleiding.
Evaluatie
Uit de door onderzoeksbureau KBA uitgevoerde evaluatie van het bindend studieadvies blijkt dat bijna 4 procent van de eerstejaars mbo-studenten een negatief studieadvies kregen. Bijna alle scholen hebben de oproep van het ministerie gevolgd om in de corona-jaren terughoudend te zijn met negatieve adviezen. Veel opleidingen geven aan wel behoefte te hebben aan een instrument als het (negatief) studieadvies. Het stimuleert de opleidingen om studenten ‘niet door te laten modderen’. Uit de evaluatie blijkt ook dat veel studenten nog onbekend zijn met de regels rond het studieadvies. Ruim een derde van de ondervraagde studenten weet bijvoorbeeld niet of ze überhaupt een studieadvies hebben gekregen.
Lees hier de brief van minister Dijkgraaf over het bindend studieadvies